NMa onderzoekt schadestroom autoverzekering

NMa heeft een enquête aan Nederlandse autoschadeherstelbedrijven gestuurd. Zij worden hierin gevraagd hun omzet over de afgelopen zes jaar onder te verdelen in een vrije schadestroom en een gestuurde schadestroom. Met dat laatste doelt de NMa op verzekeraars, leasebedrijven of eigenaren van wagenparken die ‘een zekere invloed hebben op de vraag door wie een schade gerepareerd wordt’. Sturing kan volgens de NMa ook de vorm hebben van advisering of stimulering door verzekeraars van een keuze voor een schadeherstelbedrijf.

Met de enquête wil de NMa meten of de vrije en de gestuurde omzet afgelopen jaren toe- of afnam. De kartelwaakhond wil ook meten wat het marktaandeel is van de twee, drie grote spelers, en of zij niet discrimineren.

Volgens mededingingsspecialist professor Jan Winter zijn verzekeraars van motorrijtuigen ‘dol op schadesturing’. Dit zou gepaard gaan met ‘gedwongen winkelnering’ en is ‘nadelig voor de keuzevrijheid van de consument’. Schadegarant, het samenwerkingsverband van enkele grote verzekeraars, heeft volgens Winter 40% van de markt in handen. Daarnaast zijn Topherstel en de combinatie Achmea/Interpolis grote spelers. Winter betoogt dat verzekeraars ‘door de combinatie van marktmacht en perverse sturingsprikkels de concurrentie tussen schadeherstelbedrijven negatief beïnvloeden’.

Een woordvoerder van het Verbond van Verzekeraars stelt dat de verzekeraars schaalvoordelen realiseren dankzij hun ‘preferred suppliers’ bij schadeherstellers. Dat heeft recent de premieverlagingen voor autoverzekeringen mogelijk gemaakt, volgens hem. ‘Dit is geen gedwongen winkelnering. De keuzevrijheid van de consument blijft in stand’, aldus het Verbond.

Bron: het Financieele Dagblad, 24-09-2008