Door de afkoop van een lijfrenteverzekering is revisierente in rekening gebracht. De afkoopwaarde was echter lager dan de som van alle gestorte premies. Desondanks is revisierente verschuldigd.

De Vereniging Nederlandse Assurantiebeurs (VNAB) heeft enkele wijzigingen aangebracht in de Nederlandse Beurs-Goederen Polis (NBGP) en de Nederlandse Beurspolis voor Landmateriaal (NBPL). Verder is er een nieuwe versie van de Nederlandse Beurspolis voor Aansprakelijkheid (NBA) beschikbaar. Het valt op dat de polissen nog in klassieke verzekeringstaal geschreven zijn. De VNAB levert nog geen teksten in voor leken begrijpelijke taal.

Er zijn in het verleden diverse misstanden geweest bij de advisering van bepaalde vermogensopbouwproducten. Het gaat daarbij onder meer om effectenlease-overeenkomsten en verzekeringspolissen met verborgen kosten (de zogenaamde woekerpolissen). De huidige wet- en regelgeving laat een dergelijke vorm van advisering niet meer toe.  Er bestaan echter nog veel van dergelijke producten. Consumenten en verzekeraars zijn het nog steeds niet eens over definitieve afhandeling van de klachten hierover. Toch is het als adviseur van belang te weten wat de stand van zaken hieromtrent is in mei 2015, zodat u de klant hierover juist kunt informeren.

Gelukkig gaan niet veel intermediairs failliet, maar als dat gebeurt kan het klantbelang in gevaar komen. Het Verbond van Verzekeraars (Verbond) heeft samen met intermediairorganisaties een Protocol Afwikkeling Faillissement Intermediair (protocol) opgesteld om het klantbelang te waarborgen.

Een DGA kreeg een aanslag op basis van een belastbaar inkomen van € 973.056. Voorts kreeg hij een vergrijpboete van € 125.421 en moest hij € 192.955 aan revisierente betalen, alsmede € 83.054 heffingsrente. Reden voor deze aanslag en boetes was dat de DGA zijn pensioen niet op tijd had laten ingaan. De DGA stapte naar de rechter om de aanslag, vergrijpboete en revisierente aan te vechten. 

Met de Wet Werk en Zekerheid zijn meerdere wetten gewijzigd om de regelingen rond ontslag en werkloosheid te moderniseren. In lagere regelgeving is onlangs uitgewerkt hoe de regels met betrekking tot ontslag en de transitievergoeding zijn vormgegeven.

De Wet pensioencommunicatie wijzigt de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling. Met deze wet wordt beoogd om de informatieverstrekking over pensioenen aan de pensioendeelnemers te verbeteren. De Eerste Kamer heeft op 19 mei 2015 het wetsvoorstel Pensioencommunicatie als hamerstuk afgedaan. Op 5 maart 2015 was het wetsvoorstel al aangenomen door de Tweede Kamer. De wet treedt in werking per 1 juli 2015. Diverse onderdelen van de wet treden op verschillende data in werking. Op de website van de Eerste Kamer zijn alle relevante Kamerstukken gepubliceerd (zie derde link).

In 1957 is de Algemene Ouderdomswet (AOW) ingegaan. De wet zorgde ervoor dat iedereen vanaf zijn 65ste een basisuitkering kreeg van de overheid. In de tien jaar daarvoor was er al een tijdelijke wet die hetzelfde bewerkstelligde. De pensioenleeftijd is van 1947 tot 2013 op dezelfde leeftijd gehouden. Vanwege de hogere levensverwachting en de daarmee gepaard gaande vergrijzing, ontstaan er financieringsproblemen. Daartegen zijn diverse maatregelen genomen, waaronder een geleidelijke verhoging van de AOW-leeftijd. De eerste verhoging vond plaats in 2013. Het kabinet wilde de verhoging sneller laten verlopen. Op 2 juni 2015 heeft de Eerste Kamer ingestemd met een wetsvoorstel dat dit bewerkstelligt.

Op 19 mei 2015 deed de Geschillencommissie van het Kifid twee uitspraken die betrekking hadden op twee vrijwel identieke klachten van twee consumenten. De consumenten hadden in beide gevallen een hypothecair krediet afgesloten. Om deze lening af te kunnen lossen, hadden ze beiden een gemengde verzekering afgesloten met winstdeling dan wel overrentedeling. De verzekeringen leverden in beide gevallen minder op dan de klant verwacht had. In het ene geval krijgt de klant gelijk en in het andere geval niet. 

Op 1 juli 2015 verandert er enige voor hypothecaire kredieten relevante wet- en regelgeving. De wettelijke leennormen schrijven vanaf dat moment dwingend voor dat de uitgebreide financieringslasttabellen moeten worden gebruikt. Ook de Voorwaarden en Normen NHG veranderen op 1 juli 2015. En het tijdelijk verlaagde BTW-tarief bij verbouwingen gaat weer omhoog. Tot slot gaan we kort in op wijzigingen in de Starterslening, hoewel deze niet gebonden is aan de datum van 1 juli 2015.