In 2022 bleek hoe afhankelijk wij waren van energie uit het buitenland. De prijzen schoten toen omhoog. De energieprijzen waren voor kwetsbare huishoudens niet meer op te brengen. Eind 2022 werd een Tijdelijk Noodfonds Energie (TNE) opgericht, dat vanaf het voorjaar van 2023 specifieke groepen steunde met een bijdrage in de energiekosten. Hoewel de energieprijzen inmiddels stabieler zijn, bestaat er nog steeds ‘energie-armoede’. Daarom gaat het Noodfonds Energie in de laatste week van april 2025 weer open voor steunaanvragen.

De voorjaarsnota is een update van de begroting van het huidige jaar, en een vooruitblik op de plannen voor komende jaren. Deze voorjaarsnota is politiek steeds belangrijker geworden, omdat het een soort ‘voorprogramma’ is van Prinsjesdag. In de voorjaarsnota 2025 komen diverse onderwerpen aan bod die mogelijk relevant worden voor de financiële dienstverlening. De belangrijkste daarvan vatten wij in dit artikel samen. Let op: de voorjaarsnota bestaat uit plannen, die nog geen wetgeving zijn. Niets is dus zeker, tot er wetgeving is ingevoerd die eerst door zowel de Tweede als Eerste Kamer moet zijn goedgekeurd.

Als een werknemer de AOW-leeftijd bereikt en hij wil doorwerken, met instemming van de werkgever, stuit dit in de praktijk op allerlei problemen. Denk bijvoorbeeld aan twee jaar loondoorbetaling bij ziekte, ontslagbescherming en recht om het aantal arbeidsuren uit te breiden. Om het aantrekkelijker te maken toch AOW-gerechtigden in dienst te nemen of houden, wordt op 1 januari 2016 de wet aangepast.

De Eerste Kamer heeft ingestemd met het wetsvoorstel Kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). De wet vervangt twee wetten: de Kwaliteitswet zorginstellingen en de Wet klachtrecht cliënten zorgsector. Nieuw is onder andere dat zorgaanbieders klachtenfunctionarissen dienen te hebben. Ook vallen veel meer zorgaanbieders onder de nieuwe wet. Niet alleen ziekenhuizen en huisartsen, maar bijvoorbeeld ook aanbieders van cosmetische behandelingen en alternatieve zorg. 

Op 23 juli 2014 zijn in Europees verband afspraken gemaakt over betaalrekeningen. Deze Europese Richtlijn is op 28 oktober 2016 omgezet in Nederlandse wetgeving. De Richtlijn heeft verschillende doelstellingen. Voor Nederland is de impact relatief klein, hoewel er wel enkele wijzigingen in onder meer de Wet op het financieel toezicht zijn ingevoerd. Zo wordt de definitie van de ‘basisbankrekening’ geschrapt en komt daarvoor in de plaats een ‘basisbetaalrekening’.

Financiële dienstverleners versturen veel informatie naar hun klanten. Soms zit er een fout in het door hen opgestuurde overzicht of in een bepaalde toezegging. De financiële dienstverlener wil dit later corrigeren, maar als dat in het nadeel van de klant is, kan dit leiden tot een klacht. Of die klacht leidt tot een beslissing in het voordeel van die klant, is onder meer afhankelijk van een specifiek wetsartikel: artikel 3:35 van het Burgerlijk Wetboek. In diverse uitspraken van het Kifid speelt dit artikel een belangrijke rol. We gaan in dit bericht in op een aantal uitspraken waarin artikel 3:35 BW een rol speelt. 

Op 19 september 2017 (Prinsjesdag) heeft de demissionaire kabinet haar plannen voor 2018 bekendgemaakt.  In dit artikel vatten we de voor medewerkers in de financiële dienstverlening meest relevante onderwerpen van de overheidsplannen samen. Normaal gesproken volgen de dagen na Prinsjesdag stevige discussies over de inhoud (de Algemene Politieke Beschouwingen).  Vanwege de demissionaire status van de regering, is besloten deze beschouwingen samen te voegen met de regeringsverklaring van een nieuw aan te treden kabinet. Dit nieuwe kabinet zal ongetwijfeld eigen plannen hebben, die nog zeer grote invloed hebben op de financiële gevolgen voor Nederlanders vanaf 2018.  Wat in deze samenvatting wordt genoemd, is dus allerminst een absolute zekerheid. De komende dagen zullen er (kortere) berichten voor enkele andere Wft-modules worden gepubliceerd.

Een consument die een financiële dienst afneemt en niet tevreden is, kan een klacht indienen bij een financiële dienstverlener. Als deze interne klachtenprocedure niet tot het gewenste resultaat leidt, kan de consument de klacht voorleggen bij het Kifid. Soms neemt het Kifid de klacht niet in behandeling, omdat een klacht niet-ontvankelijk is. Dat wil zeggen  er is  niet aan de voorwaarden  voldaan om een klacht in behandeling te nemen. Een voorbeeld daarvan is een klacht die wordt ingediend door iemand die niet onder de definitie van 'Consument' valt. Die definitie wordt letterlijk geïnterpreteerd.

De overheid probeert met wetgeving het vertrouwen in de financiële markten terug te winnen. Op het moment dat de kredietcrisis of bankencrisis uitbrak, bleek dat vooral banken teveel in eigenbelang hadden gehandeld. Het publieke belang en vertrouwen in de sector was hierdoor geschaad. Sinds het uitbreken van de crisis zijn er al diverse maatregelen genomen om het vertrouwen in de sector bij het publiek terug te winnen. In dit artikel behandelen we drie van dergelijke nieuwe maatregelen.

Een beleggingsstrateeg van een vermogensbeheerder ontdekte dat er een fout zat in de forfaitaire box 3-rendementen. Deze rendementen zijn namelijk niet geheel fictief, maar worden berekend op basis van langjarige gemiddelden. Het Ministerie van Financiën erkende deze fout voor de jaren 2019 en 2020. De percentages worden met terugwerkende kracht aangepast. De fouten hebben echter geen grote gevolgen voor belastingplichtigen.