Staatssecretaris Wiebes van Financiën heeft de Eerte Kamer en Tweede Kamer geinformeerd over de mogelijke oplossingsrichtingen op het gebied van het pensioen in eigen beheer (PEB). Wiebes stelt de fundamentele vraag: willen wij de opbouw van een oudedagsvoorziening in eigen beheer fiscaal blijven faciliteren of willen wij het PEB afschaffen zonder daarvoor een andere fiscaal gefaciliteerde oudedagsvoorziening in de plaats te stellen en het zodoende uitfaseren?

De Eerste Kamer is akkoord gegaan met de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer (PEB), een novelle en overige fiscale pensioenmaatregelen. De wet treedt naar verwachting in werking per 1 april aanstaande.

Biedt artikel 19 van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB) de mogelijkheid om pensioen op te bouwen over een bedrag dat hoger is dan het pensioengevend loon van artikel 10b van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 (UBLB)?

Het getuigt van verantwoordelijkheidsbesef om door middel van een verzekering het nabestaandenpensioen veilig te stellen. Ook bij eigen beheer.

Veel ondernemer zetten hun eenmanszaak om in een BV vanwege fiscale voordelen.

Grootaandeelhouders hebben te maken met dubbele heffing. De BV is belast met vennootschapsbelasting en dividenden en verkoopwinsten zijn belast met 25% IB (box 2).

Bij zaken die de ondernemer zowel zakelijk als privé gebruikt, moet hij kiezen of hij deze tot het ondernemingsvermogen of het privé-vermogen wil rekenen.

Staatssecretaris De Jager kondigt een aantal maatregelen aan om de positie van de directeur-grootaandeelhouder (DGA) te verbeteren. Zo wordt het mogelijk om tijdens leven een aandelenpakket door te schuiven naar de opvolger. Met betrekking tot vermogen dat vanuit privé aan de BV ter beschikking wordt gesteld worden verzachtende maatregelen voorgesteld. En de gebruikelijkloonregeling vervalt als het gebruikelijk loon niet hoger is dan 5000 euro per jaar.