De geldverstrekker heeft rekening gehouden met onttrekkingen van de DGA uit de ondernemingen in de vorm van een (hoger) salaris of dividend die in de toekomst mogelijk waren. Dit op basis van een opgave van de DGA zelf.
Het rapport ‘Landelijke Monitor Studentenhuisvesting’ gaat over studenten en hun huisvesting. Er wordt een
beeld geschetst van de omvang, samenstelling en verwachte ontwikkelingen voor de komende 8 jaar van
de studentenpopulatie en de studentenhuisvesting. Daarnaast is er aandacht voor de betaalbaarheid,
woonwensen en de internationale studenten.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft uitspraak gedaan in de zaak Optieclub.nl B.V. (Optieclub). Het beroep van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) is ongegrond verklaard. De rechtbank Rotterdam heeft de AFM in een eerdere uitspraak opgedragen om een vergunning aan Optieclub te verlenen. AFM is hiertegen in hoger beroep gegaan. Optieclub behoudt naar aanleiding van deze uitspraak de vergunning.
Een belastingplichtige is in hoger beroep in het ongelijk gesteld door de rechter. Met de door de werkgever ter beschikking gestelde auto gereden vakantiekilometers vormen privékilometers.
De bank had bij het aangaan van de kredietovereenkomsten niet hoeven verwachten dat er bij een eventuele (gedwongen) verkoop de geldlening niet uit de opbrengst daarvan zou kunnen worden afgelost. Dat de geldlening niet uit de opbrengst kon worden voldaan, komt met name door de aanzienlijke waardedaling van de woningen als gevolg van de kredietcrisis. Dat blijkt uit een uitspraak van de rechtbank Overijssel.
De levenspartner van belanghebbende heeft in 2011 een bedrag aan belanghebbende geschonken. In de aangifte schenkbelasting hebben partijen aangegeven geen schenkbelasting te zijn verschuldigd vanwege een dringende morele verplichting.
Een vrouw die in 2005 is bevallen, terwijl ze werkzaam was als zelfstandige, heeft alsnog recht op een uitkering of vervangende schadevergoeding, zo oordeelt de rechtbank Midden-Nederland. De vrouw stapte naar de rechter omdat er tussen 1 augustus 2004 en 4 juni 2008 geen zwangerschaps- of bevallingsuitkering was voor vrouwelijke zelfstandigen. De rechtbank oordeelt dat dit in strijd is met het VN-vrouwenverdrag en de vrouw gecompenseerd moet worden.
Bij het invoeren van de gegevens in het geautomatiseerde systeem van de Belastingdienst heeft een administratief medewerker als verkrijging niet het in de aangifte vermelde bedrag van € 37.713.473 maar € 37.713 ingevoerd. Dit heeft geleid tot het opleggen van een aanslag schenkbelasting van € 3.268. De dagtekening van de aanslag is 2 juli 2013. Het aanslagbiljet vermeldt: “Deze definitieve aanslag is vastgesteld overeenkomstig de aangifte”.
De inspecteur heeft geconstateerd dat de aanslag schenkbelasting naar een te laag bedrag is vastgesteld en heeft met dagtekening 29 juli 2014 aan belanghebbende een navorderingsaanslag opgelegd naar een verkrijging van € 37.713.473, resulterende in € 7.539.117 aan schenkbelasting.
De rechtbank Oost=Brabant heeft een uitspraak gedaan waarbij de reikwijdte van de zorgplicht van een assurantietussenpersoon wordt besproken.
Bij de start van de onderneming (2005) had verzekeringnemer aangegeven dat voor hem als startend ondernemer bij het afsluiten van de verzekeringen het kostenaspect een belangrijke rol speelde. Vanaf 2007 heeft verzekeringnemer producten uit China gehaald, wat hij de assurantietussenpersoon niet verteld heeft.
Betrokkene (werknemer/ WW gerechtigde) heeft bezwaar gemaakt tegen de dagloonberekening. Hij heeft in dat verband gesteld dat hij in de weken 30, 31 en 32 onbetaald verlof had en dat die periode daarom op grond van artikel 6 van het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen (Dagloonbesluit) buiten beschouwing had moeten blijven bij de berekening van het WW-dagloon.
Een ontvanger van een schenking (1x €10.000 en 1x €12.000, zelfde schenker) die een beroep deed op de tijdelijke verruiming van de vrijstelling voor schenkbelasting moet toch schenkbelasting betalen over de tweede schenking.
In een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam wordt een (voormalig) huiseigenaar in het ongelijk gesteld. In dit geval mocht de kredietverstrekker afgaan op door klant verstrekte schriftelijke informatie die telefonisch is geverifieerd. Op basis van de toenmalige inkomens- en vermogenstoets is geen sprake van overkreditering.
Belastingplichtige [X] s als adviseur in dienst van een BV die actief is op het gebied van financiële dienstverlening. Daarnaast hebben [X] en de BV een overeenkomst tot portefeuillerecht gesloten. [X] heeft ten aanzien van zijn werkzaamheden voor de BV in zijn aangiften inkomstenbelasting een negatief resultaat uit overige werkzaamheden opgevoerd. In geschil is of het inkomen dat [X] van de BV heeft genoten dient te worden aangemerkt als loon uit dienstbetrekking of als resultaat uit overige werkzaamheden.
De Hoge Raad heeft uitspraak gedaan in twee effectenleasezaken. In eerdere rechtspraak had hij al geoordeeld dat de professionele aanbieder van een effectenleaseproduct in diverse opzichten een zorgplicht heeft tegenover particuliere beleggers. Als de aanbieder deze zorgplichten niet nakomt, handelt hij onrechtmatig tegenover die belegger en moet hij de als gevolg daarvan door de belegger geleden schade vergoeden.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in hoger beroep een voormalige huiseigenaar in het ongelijk gesteld.
De Stichting WEW had zich op het standpunt gesteld dat het aangaan van dubbele woonlasten door te emigreren naar het buitenland terwijl de woning nog niet was verkocht, de oorzaak van het verlies is.
Dat verlies dient voor rekening van appellanten (voormalige huiseigenaren) te blijven, omdat zij de keuze hebben gemaakt om te emigreren en daarbij het risico hebben genomen dat de woning met verlies zou worden verkocht.
Na een overval in 2013 hebben een exploitant van een juwelierszaak (eiser) en verzekeringsadviseur (gedaagden) gesproken over verhoging van de verzekerde sommen in de polis van eiser. Na een tweede overval in 2014 bleek dat de verzekerde sommen weliswaar zijn verhoogd, maar de maximale uitkering bij overval niet.
Een man uit Veldhoven moet meewerken aan de echtscheiding van zijn vrouw. Doet hij dat niet, dan pleegt hij een onrechtmatige daad. Dat is het oordeel van de rechtbank Oost-Brabant. De man en vrouw sloten in 2014 een islamitisch huwelijk. Een jaar later ging het stel uit elkaar en vroeg de vrouw de scheiding aan. De man wil alleen aan de echtscheiding meewerken als de vrouw de gouden sieraden teruggeeft die hij haar schonk evenals de bruidsgift van 4 duizend euro.
De Centrale Raad van Beroep beslist in een aantal uitspraken van 18 juli 2016 dat de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd in het algemeen is toegestaan. Een tijdelijk verlies aan inkomen (AOW-gat) van één maand levert geen onevenredig nadeel op voor de pensioengerechtigde. Verder houdt de verhoging van de AOW-leeftijd geen (leeftijds)discriminatie in.
Voor zover in cassatie van belang was bij het Hof in geschil of de door belanghebbende betaalde erfpachtcanon op de voet van artikel 3.120, aanhef en lid 1, letter b, Wet IB 2001 aftrekbaar is als kosten met betrekking tot de woning.
De Belastingdienst mag de zogenoemde afroommethode niet toepassen als het loon van een werknemer met soortgelijke werkzaamheden als de directeur-grootaandeelhouder bekend is. Dat heeft de Hoge Raad op 24 juni geoordeeld.
Het kabinet zal komende Prinsjesdag een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer sturen dat een onbedoelde verruiming van de bedrijfsopvolgingsregelingen repareert. De verruiming is het gevolg van een arrest over de bedrijfsopvolgingsregeling voor de erf- en schenkbelasting (BOR) dat de Hoge Raad afgelopen april heeft gewezen.
In een uitspraak van het Gerechtshof wordt op een paar vragen ingegaan, waarbij een koper de koopovereenkomst ontbond.
Kon koper van een onroerende zaak gerechtvaardigd beroep doen op ontbindende voorwaarde (financieringsvoorbehoud)? Beoordeling schadeclaim na beroep op ontbindende voorwaarde. Ingebrekestelling nodig?
In een eerdere uitspraak van de rechtbank werd de WOZ-waarde niet verlaagd als gevolg van de stelling van de huiseigenaar dat de koopsom 'te hoog' was vanwege later geconstateerde verborgen gebreken.
Bij een hoger beroep heeft het Gerechtshof de huiseigenaar (deels) in het gelijk gesteld.
De hypotheekrenteaftrek voor een huiseigenaar is afgewezen wegens het ontbreken van een aflosschema. De huiseigenaar had de woning uit een erfenis verkregen. Op de woning was reeds een aflossingsvrije hypotheek gevestigd, welke na verkrijging uit de nalatenschap niet omgezet was naar een annuïtaire / lineaire hypotheek.
De Hoge Raad ziet geen reden om de belasting op vermogen - de heffing in box 3 - voor het jaar 2011 ongeldig te verklaren. De wetgever mocht destijds uitgaan van een geschat rendement op vermogen van 4%, aldus de Hoge Raad.
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank en Helpdesk.