Minister E. Kuipers stuurde de Tweede Kamer het ontwerpbesluit, houdende wijziging van het Besluit zorgverzekering in verband met het zorgpakket Zorgverzekeringswet 2023.
Dit besluit is een actualisering van het besluit van 22 december 2017. Er is een aantal tekstuele wijzigingen en nieuwe inhoudelijke aanwijzingen opgenomen.
In dit besluit zijn beleidsstandpunten opgenomen over de subjectieve vrijstelling die binnen de vennootschapsbelasting geldt voor stichtingen en verenigingen.
Minister Kaag stuurde een Kamerbrief met het kabinetsvoornemen de maximale kredietvergoeding structureel te verlagen van veertien naar 10 procent. Het voorstel wordt voor advies voorgelegd aan de Raad van State.
De consultatie betreft wijzigingen in het Besluit Wfsv, het Besluit nadere regels oproepovereenkomsten en het Besluit SUWI. Uit onderzoek is gebleken dat werkgevers een tijdelijke uitbreiding van de arbeidsomvang kunnen realiseren onder de lage WW-premie.
Dit besluit geeft een nadere uitleg bij het OESO-commentaar ten aanzien van de belastingheffing over ontslagvergoedingen in een grensoverschrijdende situatie.
De materiële eisen uit de BRRD II worden geïmplementeerd middels de Implementatiewet. Op besluitniveau zijn enkele aanpassingen nodig om de implementatie te voltooien, door verdere uitvoering te geven aan de Implementatiewet. Het betreft het bepalen van boetecategorieën bij de bepalingen die in de Implementatiewet beboetbaar zijn gesteld door opname in de bijlagen bij de Wft.
Dit besluit bevat het beleid met betrekking tot lijfrenten in de winstsfeer. Gewijzigd is met name onderdeel 9.3 en volgende over wijziging van stamrechten bedongen vóór 1992 en afgetrokken in verband met de zogenoemde stakingswinst of oudedagsreserve.
De wijziging betreft een goedkeuring voor belastingplichtigen, waarvan de woning door de aardbevingsschade in Groningen moet worden gesloopt en waarbij de Nationaal Coördinator Groningen dan wel de gemeente in kwestie heeft bepaald dat zij hun nieuwe woning op een andere locatie moeten bouwen.
Dit besluit voorziet in de vaststelling van het subsidiepercentage. Omdat de mate van uitputting van het subsidieplafond na de subsidieverstrekking voor de kalenderjaren 2019 en 2020 geen aanleiding geeft tot een verlaging van het subsidiepercentage, is het subsidiepercentage ook voor de kalenderjaren 2021 en 2022 vastgesteld op het maximum van 38%.
Dit uitvoeringsbesluit strekt o.a. tot uitvoering van Verordening (EU) 2021/23 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende een kader voor het herstel en de afwikkeling van centrale tegenpartijen.
De inkomenstabellen worden jaarlijks vastgesteld en hebben steeds betrekking op een heel kalenderjaar. De wijzigingen van de regeling treden derhalve op 1 januari 2022 in werking.
Dit besluit bevat goedkeuringen waardoor een eigenwoningschuld die onder de fiscale aflossingseis valt, blijft behoren tot de eigenwoningschuld als met de geldverstrekker een betaalpauze voor rente en aflossing wordt overeengekomen vanwege (dreigende) betalingsproblemen als gevolg van de uitbraak van het coronavirus en de daardoor ontstane aflossingsachterstand op een andere wijze dan waarin wettelijk is voorzien, wordt ingehaald.
In dit beleidsbesluit wordt uitvoering gegeven aan fiscale maatregelen in de vorm van concrete goedkeuringen. Ook is er een toelichting op een bestaande mogelijkheid tot het verlagen van een voorlopige aanslag vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting en op de mogelijkheid tot termijnverlenging inzake de herinvesteringsreserve. Daarnaast wordt verwezen naar een apart besluit voor een betaalpauze een eigenwoningschuld die onder de fiscale aflossingseis valt, blijft behoren tot de eigenwoningschuld.
Met deze regeling worden voor het tijdvak van 1 oktober 2021 tot en met 31 december 2021 de normrente en het normbedrag voor de per maand te betalen spaarpremie vastgesteld.
Op 10 augustus 2020 is de maximale kredietvergoeding die in rekening mag worden gebracht door aanbieders van consumptief krediet, tijdelijk verlaagd in verband met de gevolgen van COVID-19.1 De opslag op de wettelijke rente – van thans 2 procent – is verlaagd van 12 procentpunten naar 8 procentpunten, waardoor de maximale kredietvergoeding 10 procent op jaarbasis bedraagt. De tijdelijke verlaging is eerder eenmaal verlengd tot 1 september 2021.
Met deze regeling worden de premiepercentages van de premie voor het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) geldend voor het jaar 2021 gewijzigd met ingang van 1 augustus 2021 voor alle werkgevers die niet per vier weken loonaangifte doen, en met ingang van 16 augustus 2021 voor werkgevers die per vier weken loonaangifte doen aan de Belastingdienst. De nieuwe percentages gelden voor de rest van het jaar 2021.
Dit besluit is een actualisatie van het besluit van 3 maart 2021, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 13 april 2021. Zo wordt o.a. een tegemoetkoming 'gebruikelijk loon dga' beschreven.
Dit besluit is een actualisatie van het besluit van 25 maart 2021. Dit besluit bevat goedkeuringen waardoor een eigenwoningschuld die onder de fiscale aflossingseis valt, blijft behoren tot de eigenwoningschuld als met de geldverstrekker een betaalpauze voor rente en aflossing wordt overeengekomen vanwege (dreigende) betalingsproblemen als gevolg van de uitbraak van het coronavirus en de daardoor ontstane aflossingsachterstand op een andere wijze dan waarin wettelijk is voorzien, wordt ingehaald.
Per 1 juli 2021 worden verschillende bedragen in de SZW-wet- en regelgeving herzien. In deze bekendmaking worden de nieuwe bedragen en percentages gepubliceerd, zoals voorgeschreven door de genoemde wetten, besluiten en regelingen. De wijzigingen zijn zo veel mogelijk gebundeld.
Het ontwerpbesluit bevat een wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag in verband met de indexatie van de toetsingsinkomens en de maximum uurprijzen voor de dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang en de verruiming van de koppeling gewerkte uren voor buitenschoolse opvang aan, in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikel 3.4 van de Wet kinderopvang).
Met deze regeling zijn de maximumbedragen voor de energieprestatievergoeding voor zeer energiezuinige huurwoningen (zogenaamde nul-op-de-meter-woningen) aangepast voor het huurtijdvak 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2022.
Artikel 2, achtste lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (hierna: WAM) regelt dat bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald voor welke buitenlandse motorrijtuigen het Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars de verplichting op zich moet nemen de schade te vergoeden die door deze motorrijtuigen wordt veroorzaakt. Artikel 3, derde lid, WAM bepaalt dat bij algemene maatregel van bestuur wordt geregeld tot welke landen de dekking van de verplichte verzekering zich moet uitstrekken.
Dit besluit vervangt het besluit van 15 oktober 2015, nr. BLKB2015/794M en bevat het beleid over het belastbaar feit in de overdrachtsbelasting. In dit besluit zijn nieuwe goedkeuringen opgenomen voor de situatie van afstand van een recht van opstal tegen verkrijging van een onverdeeld aandeel in een onroerende zaak en voor een verkrijging van aandelen als gevolg van een juridische moeder-dochterfusie.
In de loonaangifte levert de werkgever de gegevens van de werknemer per inkomstenverhouding (IKV) aan. Vanaf 1 januari 2023 is in het 'Besluit inkomstenverhouding' geregeld wat een IKV is en wanneer deze start en eindigt. In veel gevallen blijven de regels over de IKV hetzelfde, maar er zijn ook een aantal veranderingen.
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank en Helpdesk.