In cassatie is in geschil of belanghebbendes Sociaal Plan met een vrijwilligers- en plaatsmakersregeling geldt als een regeling voor vervroegde uittreding in de zin van artikel 32ba, lid 6, Wet LB. Onder meer is hierbij aan de orde of bij de beoordeling het gehele Sociaal Plan in aanmerking moet worden genomen of alleen de vrijwilligers- en plaatsmakersregeling voor werknemers van 55 jaar en ouder.

Staatssecretaris Wiebes informeert de Tweede Kamer over de beantwoording aanvullende vragen uitstroom Belastingdienst.

In januari startte een vrijwillige vertrekregeling om de mobiliteit binnen de Belastingdienst te bevorderen. Dit als onderdeel van het grootschalige veranderprogramma om de Belastingdienst te moderniseren. De belangstelling daarvoor was groter dan de verwachte 5000 fte. Daarom werd de regeling in juni aangepast en per 1 september gestopt.

Staatssecretaris Wiebes van Financiën geeft antwoorden op Kamervragen over het artikel “Werkgevers klagen over ‘straf’ op sociaal plan”. Tevens wordt ingegaan op vragen over vrijwillig vertrek versus gedwongen ontslag.

Wanneer niet aan deze toetsen (kwantitatieve + kwalitatieve) wordt voldaan, zal de Belastingdienst in beginsel het standpunt innemen dat sprake is van een RVU, tenzij uit de aangevoerde feiten en omstandigheden blijkt dat de regeling niet het karakter van een RVU heeft.

Wanneer niet aan deze toetsen (kwantitatieve + kwalitatieve) wordt voldaan, zal de Belastingdienst in beginsel het standpunt innemen dat sprake is van een RVU, tenzij uit de aangevoerde feiten en omstandigheden blijkt dat de regeling niet het karakter van een RVU heeft.

Artikel 32ba Wet op de Loonbelasting 1964

Staatssecretaris Wijn van Financiën heeft onlangs aanvullende criteria bekendgemaakt om te kunnen toetsen of een ontslagregeling niet zal worden aangemerkt als een regeling voor vervroegde uitkering (RVU). Als er inderdaad geen sprake is van een verkapte VUT-regeling, hoeft de werkgever geen naheffing te verwachten van 26%.