Elke adviseur heeft wel eens gehoord van het begrip verzwijging. Tegenwoordig heet het geen ‘verzwijging’ meer, maar ‘niet voldoen aan de mededelingsplicht’. Een klant die liever niet alles volledig of naar waarheid vertelt of invult op een aanvraag, komt vaker voor. Maar waar ligt de grens precies? Er is al veel over gezegd en geschreven, ook door rechters. Toch blijkt er nog ruimte voor discussie over wat een kandidaat-verzekerde precies moet antwoorden op gezondheidsvragen. Zelfs als de verzekeraar denkt de vragen heel duidelijk gesteld te hebben. De verzekeraar procedeerde tot aan de Hoge Raad vanwege een mislukt beroep op overtreding van de mededelingsplicht. 

Per 1 januari 2024 zijn weer een aantal wetten in werking getreden, aangepast of uitgesteld, die van invloed zijn op het geven van een passend financieel advies. In dit bericht geven we daarvan, met betrekking tot de module Wft Inkomen, een overzicht. Ook wijzigingen, die later in 2024 ingaan, worden genoemd.

Al geruime tijd wordt voor de bepaling van de hoogte van een uitkering voor de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), uitgegaan van het loon in de referteperiode. Deze periode is dwingend vastgelegd. Totdat de Centrale Raad van Beroep (CRvB) anders beslist. Dat is recent gebeurd: de CRvB oordeelde op 29 november 2023 in een specifieke zaak, dat UWV de uitkering op een andere wijze moet vaststellen dan door middel van het dagloonbesluit.

Wij hebben u begin 2023 al geïnformeerd over de maatregelen die de overheid heeft genomen om de achterstanden bij de WIA-keuringen bij het UWV aan te pakken. Deze maatregelen lijken heel voorzichtig een goede uitwerking te hebben. Tot en met 2028 zullen er nog wel achterstanden zijn, zo is de verwachting. Om die reden heeft de overheid deze maatregelen verlengd en een aantal aanvullende maatregelen aangekondigd. Over deze maatregelen gaat dit artikel. 

Op 19 september 2023 (Prinsjesdag) heeft het kabinet haar plannen voor 2024 bekend gemaakt. In dit artikel vatten we voor medewerkers die werkzaam zijn binnen het vakgebied voor de adviseur Inkomen, de meest relevante onderwerpen van de overheidsplannen samen. In de periode na Prinsjesdag volgen stevige discussies over de inhoud (te beginnen met de Algemene Politieke Beschouwingen). De ervaring leert dat er op basis van die discussies nog het nodige kan veranderen.  Wat in deze samenvatting wordt genoemd, is dus allerminst een absolute zekerheid.

In artikel 7:629 van het Burgerlijk Wetboek (BW) is de loondoorbetaling bij ziekte geregeld voor werknemers (WULBZ). Voor uitzendkrachten geldt een andere regeling. Deze vallen onder de Ziektewet (ZW). Een uitspraak van de Hoge Raad bepaalde hierover in maart 2023 iets bijzonders. Dat heeft in elk geval tot juli 2023 gevolgen voor uitzendkrachten. Mogelijk daarna ook nog, maar dat is afhankelijk van de nieuwe cao.

Werkgevers klagen soms over de administratieve rompslomp rondom het hebben van personeel. Diezelfde werkgevers hebben soms ook problemen met het vinden van voldoende personeel. Over beide mogelijke problemen gaat dit artikel. Er wordt een poging gedaan om deze problemen enigszins te verlichten.

Minister Van Gennip gaf antwoord op vragen over uitsluitingsgronden van de vrijwillige arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen.

Is een uitkering uit de Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA), hetgeen een onderdeel is van de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (Wet WIA), loon uit vroegere dienstbetrekking? Over inkomsten betaalt je inkomstenbelasting. Maakt het uiteindelijk verschil of je inkomsten als loon uit tegenwoordige dienstbetrekking of uit vroegere dienstbetrekking dient te kwalificeren?

Om voor een uitkering uit de Werkloosheidswet (WW) in aanmerking te kunnen komen, dient de werknemer aan een aantal voorwaarden te voldoen. Naast de referte-eis van 26 uit 36 weken is er ook de bepaling dat de werknemer die minder dan 4 dagen per week in dienstbetrekking is van een persoon, geen WW-rechten heeft. De zaak wordt uitgevochten tot het hoogste orgaan dat hierover gaat. Deze Centrale Raad van Beroep moet zich hierover uitspreken.