Een vader verstrekt een lening aan zijn zoon, aflossingsvrij en zonder aanvullende zekerheden. Het hypotheekrentepercentage is 9%. Er is geen substantieel risico dat de zoon de renteverplichtingen niet na zal komen. Gaat de Belastingdienst akkoord met 9%?

Goedemorgen mevrouw, meneer, De geldverstrekker heeft de klant heeft in 2009 een verlengingsvoorstel toegestuurd voor verlenging van de hypotheekrente. De klant zegt dit voorstel nimmer te hebben ontvangen. Vanwege het uitblijven van de reactie, heeft de geldverstrekker de rente weer voor een periode van tien jaar verlengd. Dit is de ‘standaardprocedure’ om de rente te verlengen voor dezelfde periode als waarvoor de rente eerder vaststond. De hypotheek zelf echter loopt tot 2014 en een verpande levensverzekering expireert per 2012. Nu wilt cliënt de hypotheek oversluiten en is een opgave van de boeterente opgevraagd ; In de toelichting staat dat de hypotheek loopt tot 2014, maar voor de boeterenteberekening wordt wel uitgegaan van de rentevaste periode van tien jaar, dus tot 2019. Vraag ; Wat is juridisch gezien leidend (in dit geval) ; Einde rentevaste periode of einde looptijd hypotheek. In hoeverre kan juridisch met succes worden bedongen dat in de boeterenteberekening wordt uitgegaan van de periode tot 2014 ? Merkwaardig genoeg kan de