Nederlanders sparen er flink op los. Eind 2024 stond er op Nederlandse (spaar)rekeningen iets meer dan € 600 miljard. Tien jaar eerder lag dit bedrag nog op iets minder dan € 380 miljard. Toch zijn veel Nederlandse spaarders ontevreden over de spaarrekeningen bij hun Nederlandse banken. Die ligt relatief laag, en dan moet je vaak ook nog belasting betalen over dat rendement. In het buitenland zijn er spaarrekeningen met een veel hogere rente. Nederlandse spaarders hebben dit ook ontdekt: in 2 jaar tijd verdubbelden de saldi op buitenlandse spaarrekeningen ruim. Die groei is dus nog veel sterker.  Heeft sparen op een buitenlandse rekening alleen maar voordelen, of zijn er ook risico’s aan verbonden?

Op 16 september 2025 (Prinsjesdag) heeft het demissionaire kabinet zijn plannen voor 2026 bekendgemaakt. In dit artikel vatten we de voor medewerkers in de financiële dienstverlening meest relevante onderwerpen van de overheidsplannen samen. De dagen na Prinsjesdag volgen stevige discussies over de inhoud (de Algemene Politieke Beschouwingen). Omdat er op 29 oktober 2025 Tweede Kamerverkiezingen zijn, is er pas zekerheid over uitvoering nadat de nieuwe samenstelling van die Tweede Kamer er is. Dat zal waarschijnlijk leiden tot veel aanpassingen in de op Prinsjesdag gepresenteerde plannen. Wat in deze samenvatting wordt genoemd, is dus allerminst een absolute zekerheid. De komende dagen zullen er berichten voor enkele andere Wft-modules worden gepubliceerd.

Op 2 juli 2025 publiceerden wij, voorafgaand aan de definitieve invoering, over de Wet Tegenbewijsregeling box 3 (Wet TBR). De inhoud van dat artikel geeft op hoofdlijnen de werking van de Wet TBR aan. Inmiddels is de Wet TBR echt in werking getreden. De Kennisgroep van de Belastingdienst was hier goed op voorbereid: ze hebben direct over enkele onduidelijkheden een standpunt gepubliceerd.

Elk half jaar wordt de hoogte van het wettelijk minimumloon herzien. De gewijzigde bedragen gelden jaarlijks vanaf 1 januari en 1 juli. De hoogte van sociale uitkeringen is gebaseerd op de hoogte van het wettelijk minimumloon. En de (maximum)bedragen van deze uitkeringen verandert elk half jaar.  De gemaximeerde bedragen van werknemersuitkeringen worden ook elk half jaar geïndexeerd. Daarnaast zijn er enkele andere (eerdere of aankomende) wijzigingen, die mogelijk relevant zijn voor financiële dienstverleners.

Nadat de Hoge Raad op 24 december 2021 de forfaitaire box 3-belasting onwettig verklaarde, moest in allerijl een Overbruggingswet box 3 worden opgetuigd. Uiteindelijk moet een Wet werkelijk rendement box 3 de juridische bezwaren geheel wegnemen. Helaas bleek ook de Overbruggingswet onrechtmatig. De Hoge Raad bepaalde opnieuw dat alleen het 'werkelijk rendement' belast mag worden. Wat precies 'werkelijk rendement' is, zal altijd voer voor discussie blijven. Maar het betekent vooralsnog dat alle belastingplichtigen de mogelijkheid moeten krijgen om aan te tonen dat hun werkelijke rendement lager was dan het belaste rendement. Vanaf begin juli 2025 krijgen belastingplichtigen deze mogelijkheid. Daarvoor is de Wet tegenbewijsregeling box 3 aangenomen door de Tweede Kamer.

In 2022 bleek hoe afhankelijk wij waren van energie uit het buitenland. De prijzen schoten toen omhoog. De energieprijzen waren voor kwetsbare huishoudens niet meer op te brengen. Eind 2022 werd een Tijdelijk Noodfonds Energie (TNE) opgericht, dat vanaf het voorjaar van 2023 specifieke groepen steunde met een bijdrage in de energiekosten. Hoewel de energieprijzen inmiddels stabieler zijn, bestaat er nog steeds ‘energie-armoede’. Daarom gaat het Noodfonds Energie in de laatste week van april 2025 weer open voor steunaanvragen.

De voorjaarsnota is een update van de begroting van het huidige jaar, en een vooruitblik op de plannen voor komende jaren. Deze voorjaarsnota is politiek steeds belangrijker geworden, omdat het een soort ‘voorprogramma’ is van Prinsjesdag. In de voorjaarsnota 2025 komen diverse onderwerpen aan bod die mogelijk relevant worden voor de financiële dienstverlening. De belangrijkste daarvan vatten wij in dit artikel samen. Let op: de voorjaarsnota bestaat uit plannen, die nog geen wetgeving zijn. Niets is dus zeker, tot er wetgeving is ingevoerd die eerst door zowel de Tweede als Eerste Kamer moet zijn goedgekeurd.

Op 30 januari 2024 is een langverwacht besluit gepubliceerd, waarin veel wijzigingen in (onder meer) het Besluit Gedragstoezicht financiële markten (BGfo) zijn doorgevoerd. Een van de meest impactvolle onderdelen van dit besluit, is de plicht van ‘actieve provisietransparantie’ voor schadeverzekeringen. Maar het besluit bevat nog meer onderdelen, die voor alle medewerkers in de financiële dienstverlening relevant zijn. We leggen die op hoofdlijnen uit in dit artikel.

Vanwege een uitspraak van de Hoge Raad eind 2024, moest de regering een discriminerend puntje in de wet rechtzetten. Het onderwerp dat gewijzigd wordt is de arbeidskorting voor mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Het onderwerp is voor veel klanten in de financiële dienstverlening van belang. Daarom bespreken we dit in een artikel van de klantmedewerker Basis.

De afgelopen jaren is het bijzonder onrustig in het box 3-dossier. Na de vele rechtszaken, tot de Hoge Raad aan toe, is de overheid gedwongen om belastingplichtigen de mogelijkheid te bieden om te bewijzen dat ze minder rendement hebben gehaald dan belast wordt. Ondertussen loopt ook de ‘Overbruggingswet box 3’ nog gewoon door. In die wet doet zich het vreemde verschijnsel voor dat pas achteraf bekend is hoe hoog het forfaitaire rendement was over een voorgaand jaar. Inmiddels zijn de forfaitaire rendementen over 2024 bekendgemaakt.