Reactie NVA en VvHN op taxatierapport

In de notitie van de brancheorganisaties van makelaars, taxateurs en vastgoeddeskundigen (afgekort tot BMT) staat over de rol van het intermediair het volgende:

“In de praktijk anno 2007 wordt door menig intermediair bij het verstrekken van de taxatieopdracht al aan de taxateur gemeld, welk bedrag minimaal op het taxatierapport dient komen te staan. De taxateur dient dan vaak vooraf te melden aan het intermediair of dit bedrag zal worden gehaald. Is dit niet het geval, dan zoekt het intermediair naar een andere taxateur, die wel het gewenste minimum bedrag in zijn rapport vermeldt. In situaties waarin geen minimumwaarde wordt genoemd door het intermediair, verdwijnt - indien de taxateur niet tot het gewenste taxatiebedrag komt - het rapport in de prullenbak. De taxateur die het voor de financiering onbruikbare rapport heeft uitgebracht, wordt in menig geval vervolgens geïnformeerd dat hij niet voor zijn diensten zal worden betaald en/of in de toekomst geen opdrachten tot taxatie meer zal ontvangen van het betreffende intermediair.”

Voorpgesteld: de NVA en VvHN keuren de hierboven geschetste werkwijze, als zij al voorkomt, ten zeerste af. Anders echter dan BMT aanbeveelt, zien NVA en VvHN de oplossing primair liggen bij de taxateur. Aan impertinente opdrachten dient deze immers niet mee te werken. Zelfs dient hij bij de toezichthouder melding te doen van dit soort schendingen van het klantbelang.

“Het intermediair heeft een ander belang bij het taxatierapport dan de bank. Het intermediair wordt veelal op provisiebasis betaald door de hypotheekverstrekker, waarbij de hoogte van de verstrekte hypotheek van invloed is op het verdienmodel. Het intermediair wordt financieel geprikkeld om zo hoog mogelijke hypotheekverstrekkingen te bemiddelen, waardoor een hoge taxatie meer inkomsten genereert dan een lagere. Hierdoor dreigt het gevaar dat de intrinsieke waarde van de onroerende zaak van minder belang is dan de hoogte van de hypothecaire verstrekking.”

De consument is gebaat bij een zo’n compleet mogelijke dienstverlening van het intermediair in het hypotheekadviestraject. Het is de klant die ervoor kiest om het taxatieproces uit te besteden aan het intermediair. Daarnaast is het zo dat een tussenpersoon, ten behoeve van zijn klant, meerdere offertes zal willen aanvragen en daarvoor één onafhankelijk taxatierapport wil gebruiken. Als voor consumenten bij meerdere offertes ook meerdere taxatierapporten worden gemaakt, in opdracht van de hypotheekverstrekker, zal die hogere rekening uiteindelijk ook bij de consument worden neergelegd.

De NVA en VvHN vinden verder de stelling niet juist dat intermediairs een ander belang zouden hebben dan banken. Het klantbelang dient voorop te staan, zowel bij intermediair als bij banken. Daarnaast is het zo dat ook banken een (financieel) belang hebben bij verstrekking van zo hoog mogelijke hypotheken. Daarmee levert de aanbeveling van BMT, om taxatieopdrachten alleen door hypotheekverstrekkers te laten doen, geen bijdrage aan de oplossing van het veronderstelde probleem.

Het intermediair moet volledig kunnen vertrouwen op een juiste taxatie en daarbij hoort ook een integere en professionele taxateur. De NVA en de VvHN zien in de notitie van de BMT dan ook primair een taak voor de taxateurs zelf om schoon schip te maken. NVA en VvHN nodigen LMV, VBO, RVT, NVM en de hypotheekverstrekkers uit om samen met het intermediair de dialoog aan te gaan om gezamenlijk vermogensfraude bij onroerend goed te kunnen aanpakken.

Bron: Persbericht NVA, VvHN, 23-07-2007