‘Bij deze pensioenen spelen soortelijke problemen als bij de beleggingspolissen’, meent Opdam. ‘De kosten zijn vooral bij kleine contracten hoog en slecht zichtbaar gemaakt. Ze drukken vol op de werknemer omdat die daardoor minder pensioen krijgt.’ Zij vindt dat bij de nieuwe pensioenvariant, net als bij de beleggingshypotheek, te veel van de inleg opgaat aan kosten. ‘Zeker als blijkt dat maar 70 tot 75% van het ingelegde geld overblijft voor het aankopen van een pensioen, zal dat ontzettend veel onrust geven. En werkgevers zullen voor dat gebrek aan inzicht terecht aansprakelijk worden gehouden’, meent de pensioenjuriste.
Volgens de meest recente kostenvergelijking tussen verzekeraars en pensioenfondsen van De Nederlandsche Bank gaat bij verzekeraars 24% van de premie op aan kosten, tegenover 4% bij bedrijfstakfondsen en 2% bij PGGM en ABP.
Fiscalisten van bedrijfspensioenfondsen noemen de kosten van het aanvullende pensioen weinig inzichtelijk, terwijl die bij de start expliciet aan werknemers getoond moeten worden. De nieuwe premieregeling is ideaal voor werkgevers, omdat zij alleen nog maar een bedrag over hoeven te maken en de kostenposten niet meer in detail hoeven te volgen.
Juristen luiden juist nu de noodklok omdat de verplichte transparantie rond kosten en voorwaarden van de beschikbare-premieregeling (bpr) nog niet bij wet is geregeld. Opdam: ‘Ik voorzie vooral problemen als een bestaand pensioen, gebaseerd op eindloon, wordt omgezet in deze nieuwe premieregeling. Mensen gaan altijd uit van een vaste uitkering, maar die wordt straks deels opgeslokt door kosten en ook nog eens slecht inzichtelijk gemaakt.’
Bron: Overgeld.nl, 15 december 2006
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99