Uit Accountancynieuws: ‘Met de invoering van de Wet fiscale behandeling pensioenen ('Witteveen'-wetgeving) per 1 juni 1999 is onder andere nader bepaald welke perioden mee kunnen tellen als pensioengevende diensttijd. Hoofdregel is dat pensioen kan worden opgebouwd over 'de periode gedurende welke de dienstbetrekking heeft geduurd'.
In zijn besluit van 22 april 2004 is de Staatssecretaris van Financiën van mening dat er geen dienstbetrekking mogelijk is met een werkgever die (nog) niet bestaat. Pensioen opbouwen over deze voorperiode zou dus ook niet mogelijk moeten zijn als het aan de Staatssecretaris ligt. In een tweetal recente uitspraken lijkt de Staatssecretaris nu in het gelijk te worden gesteld.
‘Allereerst besliste de Rechtbank Haarlem in haar uitspraak van 14 februari 2006 dat het onmogelijk was om tijdens de voorperiode een dienstbetrekking aanwezig te achten, omdat de betreffende vennootschap tijdens die periode nog niet bestond. Dat de DGA tijdens de voorperiode wel werkzaamheden heeft verricht ten behoeve van de BV in oprichting en daarvoor een vergoeding heeft ontvangen, deed daar niets aan af. In zijn uitspraak van 1 mei 2006 komt het Hof Arnhem tot een gelijkluidende conclusie, zij het via een andere weg. In dit geval hadden de vennootschap en de DGA in de pensioenovereenkomst opgenomen dat als pensioengevende diensttijd in aanmerking werd genomen: de jaren gelegen tussen de aanvangsdatum van de dienstbetrekking en de pensioendatum. Volgens het Hof hebben partijen hiermee de voorperiode uitgesloten als pensioengevende diensttijd. De vraag of de voorperiode deel kan uitmaken van de diensttijd kan derhalve niet aan de orde komen. Impliciet geeft het Hof daarmee aan dat de dienstbetrekking op zijn vroegst aanvangt op moment van oprichting van de BV en ieder geval niet tijdens de voorperiode’ aldus Deloitte.
Bron: Accountancynieuws, 15-08-2006
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99