Volgens PriceWaterhouseCoopers blijft de onttrekking beperkt tot het bedrag van de werkelijke autokosten ingeval de werkelijke kosten lager zijn dan 22% van de waarde van de auto. Dat bevestigde de Hoge Raad onlangs in een uitspraak.
Een eigenaar van een garagebedrijf en zijn echtgenote maakten in privé gebruik van tot de voorraad behorende personenauto’s. De garagehouder had bij de winstberekening van zijn onderneming rekening gehouden met dit privé-gebruik. Hij had echter de afschrijving op de auto’s buiten beschouwing gelaten omdat het voorraadauto’s betrof. Op voorraad pleegt namelijk niet te worden afgeschreven, maar op bedrijfsmiddelen wel.
De inspecteur meende dat de garagehouder een te laag bedrag als onttrekking in aanmerking had genomen en ook dat bij de hoogte van het onttrekking de afschrijving wel een rol speelde. Hof Arnhem gaf de inspecteur op dit punt gelijk. De Hoge Raad casseert de uitspraak van het Hof. Tot de werkelijk gemaakte kosten behoren geen fictieve, dat wil zeggen niet bij de winstbepaling in aanmerking genomen, afschrijvingslasten. Tot de wel in aanmerking te nemen werkelijke kosten behoren eventueel op een auto gerealiseerd verkoopverlies of een -in verband met een waardedaling- op de boekwaarde van die auto afgeboekt bedrag. De Hoge Raad heeft de zaak naar Hof Den Bosch verwezen om uitspraak te doen met inachtneming van de aanwijzingen van het arrest.
Bron: PriceWaterhouseCoopers, 14-06-2005
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99