Heeft u kennisgenomen van het artikel ‘Gasloos huis strop voor de bezitters’, waarin zorgen worden geuit over de betaalbaarheid van gasloos wonen?
Hoe oordeelt u over de uitkomsten van het in het artikel genoemde onderzoek, waaruit blijkt dat lage- en middeninkomens financieel de eindjes niet meer aan elkaar kunnen knopen wanneer zij hun woning op alternatieve wijze moeten verwarmen?
"Hoe dan ook moet worden vastgesteld dat de energietransitie kosten met zich mee zal brengen voor burgers en bedrijven. Het is de inzet van het kabinet om de ambitieuze klimaatdoelstellingen voor 2030 en 2050 tegen zo laag mogelijke kosten voor burgers en bedrijven te realiseren. Dit is dan ook een van de centrale uitgangspunten voor het af te sluiten Klimaat- en Energieakkoord. De inzet is bovendien om de transitie in de gebouwde omgeving loopt zoveel mogelijk samen te laten vallen met natuurlijke investeringsmomenten.
De effecten van de energietransitie worden meegenomen in de koopkrachtplaatjes van het Centraal Planbureau."
Op welke wijze gaat u huishoudens die financiële ondersteuning nodig zullen hebben om hun woning te verduurzamen ondersteuning bieden?
"Voor het verduurzamen van huizen zijn investeringen nodig, tegelijk leiden die investeringen tot lagere of geen energiekosten. Voor financiering is er bijvoorbeeld het Nationaal Energiebespaarfonds of de Investeringssubsidie Duurzame Energie (ISDE) voor de aanschaf van zonneboilers, warmtepompen, biomassaketels en pelletkachels."
Het PBL stelt dat als alle kosten voor de energietransitie volledig zouden neerslaan bij huishoudens, dat huishoudens in 2030 dan gemiddeld circa 50 – 60 euro per maand bijdragen aan de kosten van de energietransitie. PBL stelt ook dat vanzelfsprekend de directe bijdrage van huishoudens minder hoog uitvalt, indien een deel van de kosten zou neerslaan bij bedrijven.
Hoewel de berekening klopt, worden in de praktijk niet alle kosten direct bij huishoudens neergelegd. Zo worden bijvoorbeeld de tarieven voor de ODE jaarlijks zodanig vastgesteld dat 50% van de lasten neerslaan bij huishoudens en 50% bij bedrijven. De directe lasten voor burgers vallen dan lager uit.
Desondanks is het aannemelijk dat de kosten uiteindelijk – direct dan wel indirect – ten laste komen van de samenleving. De uiteindelijke ontwikkeling van de lasten is zeer afhankelijk van de noodzakelijke kosten om de energietransitie te realiseren.
Downloads:
Bron: Rijksoverheid / Ecorys / PBL
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99