In geschil was of de WOZ waarde, vastgesteld door de heffingsambtenaar, niet te hoog zijn vastgesteld. Belanghebbende stelt dat de WOZ waarden te hoog zijn vastgesteld, de heffingsambtenaar vindt dat dit niet het geval is.
De vraag of de heffingsambtenaar slaagt in zijn bewijslast hangt mede af van de stellingen die belanghebbende heeft ingenomen en van het bewijs dat hij heeft bijgebracht. Belanghebbende heeft in dat verband onder meer verwezen naar vermelde verkoopcijfers van door hem genoemde vergelijkingsobjecten.
Om de WOZ-waarde van een onroerende zaak af te leiden uit verkoopcijfers van vergelijkingsobjecten, is van belang dat de aangedragen vergelijkingsobjecten in voldoende mate vergelijkbaar zijn met de onroerende zaak waarvoor de WOZ-waarde moet worden bepaald en voorts dat de verkooptransacties van die vergelijkingsobjecten niet te ver van de te hanteren peildatum zijn gelegen.
De zogenoemde vergelijkingsmethode vormt, hoewel uiteindelijk niet meer dan een hulpmiddel, een goede methode om de gezochte WOZ-waarde te bepalen.
De heffingsambtenaar is met betrekking tot het jaar 2012 is geslaagd in zijn bewijslast. Uit de uitspraak volgt dat de bepaling voor de WOZ waarde voor het kalenderjaar 2013 evenmin te hoog is vastgesteld.
Bron: Rechtspraak
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99