Per particulier huishouden komt dit gemiddeld neer op ruim EUR 44.000. Tien jaar geleden was dat EUR 30.000.
De netto-inleg van spaargeld is in het eerste half jaar van 2014 positief geweest en kwam in zijn totaliteit uit op bijna EUR 6,6 miljard. Vooral bij de vrij opneembare deposito’s werd geld ingelegd. Ook bij de deposito’s met vaste looptijd was in het eerste half jaar van 2014 een lichte instroom van spaargeld te zien. Het grootste deel van de Nederlandse spaartegoeden, ruim 85 procent, staat op vrij opneembare spaarrekeningen, zoals internetspaarrekeningen. De totale hoeveelheid spaargeld die huishoudens bij banken hebben uitstaan is sinds eind 2013 gestaag gestegen naar EUR 335 miljard, een niveau dat niet eerder is bereikt.
Niet alleen in absolute termen is het huidige niveau van de spaartegoeden niet eerder gehaald, dit geldt ook wanneer de spaartegoeden gerelateerd worden aan het besteedbaar inkomen van huishoudens. Momenteel zijn de gemiddelde spaartegoeden van de particuliere huishoudens ruim 30 procent hoger dan het besteedbare inkomen, in 2004 lagen spaartegoeden en besteedbaar inkomen beide nog op het niveau van gemiddeld EUR 30.000 per huishouden.
Bron: DNB
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99