Dankzij de gestegen marktrente hebben zes grote pensioenfondsen zich in het eerste kwartaal verder hersteld. Het gaat onder meer om ABP, de metaalfondsen PME en PMT en Zorg en Welzijn.
De dekkingsgraad van ABP (239 miljard euro aan vermogen) steeg van 105% naar 112%. Zorg en Welzijn 100 miljard euro) zag de verhouding stijgen van 104% naar 111%. De Nederlandsche Bank (DNB) eist een minimale dekkingsgraad van 105%.
Afdekking
De fondsen profiteerden aan de kant van de verplichtingen van de gestegen rente, was dat aan maar niet aan de kant van de bezittingen. Pensioenfondsen dekken zich in meer of mindere mate in tegen een daling van de rente. Als de rente daalt, neemt de dekkingsgraad door die afdekking minder hard af. Maar op het moment dat de rente stijgt, kost de risicoafdekking juist geld. Het stuwende effect van de gedaalde verplichtingen op de dekkingsgraad wordt verminderd.
Herstel
ABP en Zorg en Welzijn wisten ondanks de gestegen rente toch een positief beleggingsrendement te behalen. Dit droeg licht bij aan het verdere herstel van de dekkingsgraad. Maar PME en PMT zagen de waarde van hun bezittingen dalen. Hierdoor was vooral bij PME het positieve effect van gedaalde verplichtingen een stuk minder groot. Het verlies - met 2,2% naar 22,6 miljard euro - is voornamelijk te wijten aan de grote mate waarin het fonds het renterisico heeft afgedekt.
Rendement
Het bedrijfstakpensioenfonds voor de bouw (€ 28,1 miljard euro) maakt een duidelijk onderscheid tussen het rendement inclusief en exclusief risicoafdekking. Zonder de afdekking maakte het fonds een rendement van 1,6%. Inclusief de afdekking is er sprake van een verlies van 0,6%. De dekkingsgraad steeg naar 111%.
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank en Helpdesk.