Betere herkenning van risico’s: Jaren van lage rente, steeds complexere financiële producten, liberalisering van financiële markten, ondoorzichtigheid van wie de risico’s droeg. Dat zijn volgens de commissie-De Wit de oorzaken van de financiële crisis. En daar hebben het Centraal Planbureau en De Nederlandsche Bank ook op gewezen, constateert de commissie. Maar de “precieze samenhang” van de omstandigheden is ook door het CPB en DNB “onvoldoende onderkend en onderschat.”
Om dit in de toekomst te voorkomen pleit de commissie ervoor dat het CPB en DNB minimaal een keer per jaar de regering en de Kamer informeren over macro-economische ontwikkelingen en de samenhang met de situatie in de financiële wereld.
Depositogarantiestelsel: De commissie oordeelt dat het depositogarantiestelsel, dat spaarders moet beschermen als een bank failliet gaat, niet goed werkt. Het dwingt banken onvoldoende hun risico’s te beperken. De commissie wil dat banken vooraf een premie storten in een garantiefonds. Wel zou de hoogte van het gegarandeerde spaargeld omlaag kunnen van 100.000 naar rond de 40.000 euro, zoals voor de crisis ook het geval was. Dit zou roekeloos gedrag van banken en ook spaarders beperken en toch bescherming bieden.
Risicomanagement: Banken zijn niet zorgvuldig omgegaan met risico's, constateert de commissie. Banken lieten zich te veel leiden door mogelijke rendement en hadden te weinig oog voor mogelijke risico’s, luidt het oordeel. Er waren te weinig checks and balances binnen de banken en de betreffende raden van bestuur.
Om dit in de toekomst beter aan te pakken doet de commissie een aantal voorstellen. Banken moeten de Code Banken, die door alle Nederlandse instellingen wordt onderschreven, nauwkeurig naleven en toepassen. Zoals vastgelegd in de code (opgesteld door de commissie-Maas) moeten banken uitleg geven als zij de code niet hanteren. De commissie-De Wit pleit ervoor dat het duidelijk moet zijn hoe banken die onrechtmatig de Code Banken niet toepassen gesanctioneerd worden. Voor pensioenfondsen en verzekeraar moet ook soortgelijke code komen.
Verder vindt de commissie-De Wit dat accountants nauwer betrokken moeten worden bij het vaststellen van risico’s. Er moet een einde komen aan bonussen en pakketten die tot perverse prikkels leiden. Dit moet niet alleen voor bestuurders van banken gelden, maar ook voor andere werknemers, zoals handelaren. En het niveau van commissarissen moet hoger, zoals eerder voorgesteld door de commissie Maas.
Wet- en regelgeving: Vanaf de jaren negentig zijn financiële markten geliberaliseerd. Vooral de Europese markten genoten steeds meer vrijheid, aldus de commissie-De Wit.
De commissie doet een paar voorstellen voor strengere regels, die vanwege de verwevenheid van banken het liefst op mondiaal of Europees niveau worden ingevoerd. Banken zouden geleidelijk steeds meer geld op de balans moeten houden, betoogt de commissie. Banken moeten intern de zakenbankactiviteiten strikt scheiden van bankactiviteiten voor particulieren, aldus de commissie. Met spaargeld van particulieren mag niet gespeculeerd worden op kapitaalmarkten.
Systeemtoezicht: Er is volgens de commissie te veel gekeken naar de gezondheid van individuele banken en te weinig naar de gezondheid van het gehele financiële stelsel. In Nederland heeft DNB wel gewaarschuwd voor systeemrisico’s, constateert de commissie, maar daar is vervolgens te weinig mee gedaan.
Om systeemrisico’s beter in kaart te brengen wil de commissie dat niet alleen banken, maar ook hedgefondsen en kredietbeoordelaars onder toezicht komen. Dit zijn immers ook belangrijke partijen voor het financiële stelsel. Het liefst wordt dit toezicht op mondiaal of Europees niveau geregeld. De commissie pleit daarom ook voor een sterke Europese toezichthouder.
Bron: NRC, 10-05-2010
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99