Ten eerste, verlagen de voorgenomen premieverhogingen de koopkracht. Werknemers zullen minder kunnen consumeren en werkgevers, die een hogere werkgeverspremie betalen, hebben hogere loonkosten, waardoor de werkgelegenheid en de winstgevendheid onder druk komen te staan.
Ten tweede vraagt een aantal fondsen de werkgever om een aanvullende storting te doen in het pensioenfonds. Dat verlaagt de investeringen in vaste activa.
Ten derde laten vrijwel alle pensioenfondsen indexatie achterwege waardoor de koopkracht van deze gepensioneerden afneemt. Verder worden minder pensioenvoorzieningen opgebouwd door de actieve deelnemers, wat voor deze groep een vermogensverlies en – op termijn – lagere bestedingsmogelijkheden betekent.
Tot slot hebben zo´n twintig kleine pensioenfondsen korting op de nominale pensioenen in het herstelplan opgenomen. De macro-economische effecten van deze maatregelen zijn echter verwaarloosbaar.
Door de uitvoering van de herstelplannen krijgt de Nederlandse economie te maken met afnemende bestedingen, een lager beschikbaar inkomen en een dalende werkgelegenheid. Al met al zal het cumulatieve verlies aan het volume van het bruto binnenlands product over de periode 2009 tot en met 2013 rond de 0,75 procentpunt bedragen.
Bron: DNB, 03-08-2009
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99