Tien geïnteresseerde banken hadden de zogeheten ‘non disclosure agreements' al getekend voor toelating tot de tender. Daarin boden de bewindvoerders van het in problemen verkerende Icesave de 128.000 spaarders met hun gegarandeerde spaartegoeden van ruim 1,6 miljard euro te koop aan. Gegadigden waren volgens bronnen van het Financieele Dagblad onder meer ING, Fortis en NIBC. Fortis noemt dit desgevraagd onjuist. Andere banken weigeren commentaar.
Onduidelijk is waarom DNB de geplande verkoop blokkeerde. De centrale bank beantwoordt geen vragen hierover. Volgens de bewindvoerders stond DNB sinds hun benoeming 13 oktober bij Icesave lange tijd positief tegenover hun poging de probleembank te laten overnemen door een ander.
Er rouleren negen mogelijke verklaringen voor een omslag in de houding van DNB. Volgens Haagse bronnen moest DNB een verkoop van Icesave uiteindelijk vooral torpederen omdat andere banken niet zouden accepteren dat één van hen alle Icesave-klandizie in de schoot geworpen kreeg. Met de opvatting van de banken over Icesave moest DNB rekening houden, omdat de banken 250 miljoen euro meebetalen aan de dan 1,6 miljard euro kostende inwerkingstelling van het depositogarantiestelsel bij het in gebreke blijvende Icesave. IJsland draagt 1,3 miljard euro van de kosten. Nederland schiet hun dit voor. De Nederlandse belastingbetaler draagt 80 miljoen euro bij, aldus het FD.
Bron: Het Financieele Dagblad, 27-12-2008
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99