Door de onrust op de financiële markten is de dekkingsgraad, de verhouding tussen het vermogen en de verplichtingen, bij beide fondsen gedaald onder de 125 procent. Niet alleen de aandelenmarkten kelderden, ook de beleggingen in grondstoffen en hedgefondsen werden minder waard. Ook bij PME, het pensioenfonds voor de metalektro, is de dekkingsgraad scherp gedaald. Aan het eind van het derde kwartaal was de dekkingsgraad 112 procent. Het vermogen van het fonds slonk dit jaar met bijna 9 procent. Sinds het einde van het derde kwartaal is de dekkingsgraad gedaald tot onder de de grens van 105 procent. PME heeft drie jaar de tijd de reserves weer aan te vullen. Onder deze dekkingsgraad kan het pensioenfonds de pensioenen niet indexeren.
APB, het fonds voor ambtenaren en onderwijzers, en PWZ voor de zorgsector moeten vanwege de daling van de dekkingsgraad een herstelplan indienen bij De Nederlandsche Bank (DNB). Fondsen waarvan de dekkingsgraad is gedaald onder de 125 procent moeten aan DNB laten weten hoe ze de dekkingsgraad de komende vijftien jaar willen opkrikken. De pensioenfondsen maken in december bekend hoe hoog de indexatie, aanpassing aan de loon- en prijsstijging, zal zijn. Vanwege de turbulentie op de financiële markten willen ze de beslissing niet alleen laten afhangen van de situatie op 30 september. Sinds die dag zijn de beurzen verder gedaald.
De Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen (VB) meldde donderdag dat Nederlandse pensioenfondsen de kredietcrisis het hoofd kunnen bieden. ‘De pensioenen zijn niet in gevaar.’ VB stelt wel dat een deel van de gepensioneerden volgend jaar 'geen of slechts een gedeeltelijke verhoging ter compensatie van de gestegen prijzen kan verwachten.'
Hetzelfde gebeurde ook in de jaren na de beurscrisis in 2001 en 2002. De gepensioneerden die toen geen compensatie hadden gehad, kregen in 2007 alsnog een (gedeeltelijke) verhoging, aldus VB.
Bron: De Volkskrant, 23-10-2008
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99