Ingewikkelde fiscale vragen kunnen aan de Belastingdienst worden voorgelegd. Soms wordt zo’n vraag beantwoord door een specifieke Kennisgroep van de Belastingdienst. Er zijn diverse Kennisgroepen, waarvan de taken per fiscaal kennisdeel worden verdeeld. Sinds maart 2023 zijn diverse standpunten van deze Kennisgroepen gepubliceerd. Wat betreft uitleg over de wet met betrekking tot lijfrenten, zijn er tot 1 mei 2023 25 standpunten gepubliceerd door de Kennisgroep Verzekeringsproducten, die hiervoor verantwoordelijk is. In dit artikel gaan we in op een aantal relevante standpunten van die Kennisgroep.

Verzekerden geven ongeveer in de helft van de gevallen bij de aanvraag van een autoverzekering een foutief aantal schadevrije jaren op. Dat wordt door de Verzekeraar vaak pas later ontdekt bij controle in het roy-data systeem en dat moet de polis aangepast worden. Dat levert de verzekeraar extra werk en het schept verwarring bij de verzekerde. Daarom is er door het Verbond en de Stichting Efficiënte Processen Schadeverzekeraars (EPS) een nieuw schadevrije jaren-systeem ontwikkeld dat op 1 juli 2024 ingaat.

De voortgang van de WTP is er. Op 30 mei 2023 was er de verwachte meerderheid in de Eerste Kamer, ondanks fundamentele vragen over de rechtsgeldigheid van de stemming. De belangrijkste concessie die Minister Schouten heeft gedaan is het verlengen van de overgangsperiode met 1 jaar tot 1 januari 2028. Ook de AFM kijkt vooruit naar de WTP en heeft al een voorlopige leidraad gepubliceerd. In dit artikel vatten we de voor medewerkers in de pensioenwereld meest relevante onderwerpen van de overheidsplannen samen. We blikken vooruit naar de invoering van de WTP en geven de praktijk belangrijkste zaken uit de Kamerbehandeling weer met enkele relevante moties. Er zijn 23 moties ingediend en 489 vragen. Het is dus een hele kluif.

Op 16 mei 2019 werd een besluit over lijfrenten vervangen door een nieuw Verzamelbesluit. Aan dit nieuwe Verzamelbesluit zijn in september 2020 enkele goedkeuringen toegevoegd. Op 22 december 2021 is dit Verzamelbesluit lijfrenten opnieuw gepubliceerd met enkele toegevoegde goedkeuringen. De inhoud van het Verzamelbesluit Lijfrenten maakt deel uit van het examen PE-Wft Vermogen. Daar vallen ook deze toevoegingen onder.

Het Nationaal Warmtefonds bestaat sinds 22 juli 2020. Het was de voortzetting van het Nationaal Energiebespaarfonds, wat zelf weer voortkwam uit het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn).De belangrijkste lening die door het Nationaal Warmtefonds wordt uitgevoerd, is de Energiebespaarlening (EBL). In de loop der jaren, zijn er al enkele wijzigingen doorgevoerd in de EBL. Vrijwel altijd zijn de aanpassingen een verruiming, omdat de politiek graag huiseigenaren stimuleert om woningen te verduurzamen. Op 19 juni 2023 zijn er nog enkele verruimde mogelijkheden gepubliceerd.

De Rechtbank Midden Nederland oordeelde dat een gevolmachtigde onrechtmatig gehandeld had tegenover de Goudse bij de overname van de Goudse van de agrarische verzekeringsportefeuille van Delta Lloyd. De gevolmachtigde had niet gemeld dat Delta Lloyd voornemens was een bepaalde gebouwenverzekering in die portefeuille te beëindigen. Op grond van de uitspraak van de Rechtbank moest de gevolmachtigde de Goudse schadeloos stellen door de door Goudse uitbetaalde vergoeding en de gemaakte kosten in verband met een brandschade te betalen. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden nuanceert deze uitspraak echter, met gevolgen voor de schadeloosstelling.

Sinds 15 juli 2022 golden nieuwe leennormen voor Consumptieve kredieten. Die zijn inmiddels herzien. Al eerder (in april 2021) was de leennormensystematiek voor Consumptieve Kredieten (CK’s) sterk aangepast. De systematiek blijft hetzelfde, maar de herziening die geldt vanaf 4 september 2023, heeft wel invloed op de maximale leencapaciteit

Onlangs hebben we een artikel gewijd aan de Kennisgroepstandpunten inzake de eigenwoningregeling. Zoals aangegeven, zijn er verschillende Kennisgroepen. Voor de hypotheekadviseur kunnen standpunten van de Kennisgroep Overdrachtsbelasting ook van belang zijn. We behandelen hier twee standpunten van deze Kennisgroep.

Er is regelmatig discussie over de dekking van verzekeringen. Bijvoorbeeld omdat de verzekeraar niet uitkeert op basis van een bepaalde uitsluiting, terwijl de verzekerde aangaf die uitsluiting niet te kennen. Voor de beoordeling of er dan toch dekking is, kijkt een rechter (zoals van het Kifid) naar diverse aspecten: had de klant op de hoogte kunnen zijn van de uitsluiting? Is die uitsluiting ondubbelzinnig duidelijk? En is die uitsluiting wel of niet ‘oneerlijk’? Door een Arrest van het Europese Hof, verandert het Kifid nu de manier van beoordelen. Dat dit niet altijd hoeft te leiden tot een meer gunstige uitkomst voor de verzekerde klant, blijkt uit de eerste uitspraak waarop Kifid deze werkwijze toepast.

Als een verzekeraar ontdekt dat de verzekeringnemer zijn mededelingsplicht bij de aanvraag van de verzekering (art. 7:928 BW) heeft geschonden, dan moet de verzekeraar binnen twee maanden na die ontdekking de gevolgen daarvan melden aan de verzekeringnemer (art. 7:929 BW lid 1). De vraag is wanneer gaat die tweemaandentermijn in? Op het moment van de daadwerkelijke ontdekking of op het moment dat de verzekeraar het redelijkerwijs behoorde te ontdekken? Dit is voorgelegd aan de Hoge Raad en die heeft daarover een uitspraak gedaan.