In een wijzigingsbesluit is een goedkeuring gegeven dat als de financiële instelling de te hoge inleg op de lijfrentespaarrekening of het lijfrentebeleggingsrecht terugstort, de rekening in zoverre wordt geacht niet te zijn gedeblokkeerd.

Lijfrentepremieaftrek is alleen mogelijk in geval van een pensioentekort.

De recente aanpassing van de fiscale pensioenrichtleeftijd en het bijbehorende fiscale kader (Witteveenkader) heeft ook gevolgen voor de fiscale ruimte die men in de derde pijler heeft.

Het Verbond van Verzekeraars en de Pensioenfederatie hebben de concepten voor de UPO-modellen 2021 en de bijbehorende handleiding gepubliceerd. De modellen voor het UPO 2021 zijn nog niet officieel vastgesteld.

Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001, artikel 15, lid 2 De aan een kalenderjaar toe te rekenen pensioenaangroei wordt bepaald als volgt:

De Hoge Raad heeft in twee uitspraken bepaald dat er geen sprake is van ongelijke behandeling tussen ondernemers en werknemers voor wat betreft het gebruik van de jaarruimte en reserveringsruimte.

De Kennisgroep verzekeringsproducten en assurantiebelasting heeft de vraag beantwoord of voor de imputatie van het nettopensioen op de jaarruimte de nettofactor van het kalenderjaar of het voorafgaande kalenderjaar moet worden gehanteerd.

De Kennisgroep verzekeringsproducten en assurantiebelasting heeft vragen en antwoorden gepubliceerd over de jaarruimteberekening en de opbouw van pensioenaanspraken. Zie ook link met update onderaan artikel.

Hebt u premies betaald of stortingen gedaan voor lijfrente? Met deze rekenhulp berekent u hoeveel betaalde lijfrentepremie u maximaal mag aftrekken in uw aangifte inkomstenbelasting.

Dit wetsvoorstel wijzigt de tweede pijler van het pensioenstelsel. Het pensioenakkoord van juni 2019 tussen kabinet en sociale partners wordt hiermee uitgewerkt. Ook het nabestaandenpensioen wordt gestandaardiseerd.