De papieren acceptgiro blijft tot uiterlijk 1 januari 2019 bestaan. Dat heeft de Nederlandsche Bank (DNB) vrijdag laten weten.

Het aantal wanbetalers in Nederland neemt snel toe. Het totaal aantal openstaande rekeningen is in het derde kwartaal met een kwart gestegen tot 5,7 miljard euro. Vorig jaar rond deze tijd stond er nog 4,5 miljard euro open. Dit blijkt cijfers van de vereniging van incasso-ondernemingen (NVI).

Het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB) maakt zich zorgen over de opkomst van nieuwe, onveilige betaaldiensten voor webaankopen, waarbij een derde partij zich tussen de klant en zijn bank plaatst. De klant geeft daarbij zijn geheime codes voor het internetbankieren aan deze partij af door gegevens in te voeren buiten de beveiligde bankomgeving

Het aantal Nederlanders met een betalingsprobleem stabiliseert. Van de 11,8 miljoen kredietnemers heeft momenteel 6,6% moeite met het voldoen aan betalingsafspraken. Dat blijkt uit gegevens van BKR.

De gemiddelde kredietwaardigheid van Nederlandse bedrijven daalt snel. Dat stelt kredietinformatiebureau Graydon.

Nederlandse ondernemingen betalen hun rekening sneller dan een jaar geleden. Gemiddeld doen zij er 31 dagen over om een rekening te voldoen. Dat is een dag langer dan de gemiddelde betalingstermijn die bedrijven hanteren. Een jaar geleden kostte het hun nog 35 dagen om te betalen.

De Nederlandse consument heeft het afgelopen jaar fors meer gepind waardoor het aantal contante betalingen voor het eerst aanzienlijk is gedaald, zo meldt Currence, de organisatie achter het pinnen, in haar jaarverslag over 2009.

Het kabinet wil af van onredelijk hoge, buitengerechtelijke incassokosten. Voortaan moet de vergoeding voor deze kosten berekend worden als percentage van het bedrag dat de schuldenaar aan de schuldeiser is verschuldigd, met een minimumbedrag van 40 euro.

Wanbetalers in Nederland hebben in het afgelopen kwartaal hogere schulden gemaakt. Een openstaande rekening die bij een incassobureau terechtkwam, bedroeg gemiddeld 1659 euro. Dat is bijna 20 procent hoger dan in het tweede kwartaal van 2010.

Door huishoudens werd in april 2,0 procent minder besteed aan goederen en diensten dan in april 2011. De consumptieve bestedingen zijn daarmee al bijna een jaar lang onafgebroken lager dan een jaar eerder.