Vijftien verzekeraars wilden geneesmiddelen voor negen aandoeningen laten vallen onder het zogeheten preferentiebeleid. Dat houdt in dat verzekeraars elk half jaar per werkzame stof de goedkoopste medicijnen aanwijzen. Die worden vergoed. Een duurder alternatief zou de patiënt zelf moeten betalen. Acht fabrikanten van generieke medicijnen maakten met succes bezwaar tegen dat plan.
De voorzieningenrechter meent dat de zorgverzekeraars gebonden zijn aan het in september gesloten transitieakkoord. Daarin maakte Zorgverzekeraars Nederland afspraken met geneesmiddelenfabrikanten, de apothekersorganisatie KNMP en minister Klink van Volksgezondheid over prijsverlagingen voor medicijnen.
De verzekeraars wilden het beleid per 1 maart aanscherpen voor een aantal groepen geneesmiddelen. De geneesmiddelenfabrikanten hadden voor nog tien andere groepen medicijnen een verbod van veranderingen in het beleid gevraagd. Daarin krijgen zij echter ongelijk van de rechter.
De kern van de uitspraak van de rechter is dat uitbreiding van het preferentiebeleid niet is toegestaan voor geneesmiddelen waar meer dan 50 procent van de verzekeraars hetzelfde middel hebben gekozen. Voor medicijnen met kleinere marktaandelen is dat wel toegestaan.
Eind vorig jaar zetten de zorgverzekeraars de verhoudingen op scherp door de Indiase producent van generieke middelen Ranbaxy aan te wijzen als exclusieve leverancier van de cholesterolverlager Simvastatine.
Bron: Het Financieele Dagblad, 05-01-2008
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99