Stichting Vie d'Or vertegenwoordigt de 11.000 polishouders die gedupeerd zijn door het faillissement. Exclusief rentederving hebben zij een schade van 80 miljoen euro geleden. De stichting procedeert al veertien jaar om de schade vergoed te krijgen. De processen zijn en worden gevoerd tegen onder meer de Nederlandsche Bank (DNB), omdat die de rechtsopvolger is van toezichthouder Pensioen- en Verzekeringskamer. Het falen van die toezichthouder heeft het faillissement mede veroorzaakt, menen de gedupeerden. Zij hebben voor die stelling van verschillende onafhankelijke instanties steun gekregen.
Dat de Verzekeringskamer tekortschoot in haar toezicht op Vie d'Or is onderschreven door de parlementaire commissie-Ybema (1995), KPMG (1995), de hoogleraren Brunner en Scheltema (1996), de minister van Financiën (1996), onderzoekers in een enquête ingesteld door de Ondernemingskamer (1997), de Ondernemingskamer (1998) en het Gerechtshof in Den Haag (2004).
De Hoge Raad heeft vorig jaar de zaak voor hernieuwde behandeling terugverwezen naar het hof in Amsterdam. In die procedure wil de stichting nu vier getuigen oproepen.
Bron: Het Financieele Dagblad, 15-06-2007
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99