Een van de voorstellen is dat werknemers die een eigen bedrijf opzetten, hun levenslooptegoed belastingvrij mogen inbrengen in de eigen zaak. Dat betekent een flink belastingvoordeel. Nu is het zo dat de fiscus eerst loon- of inkomstenbelasting in rekening brengt over het opgebouwde levenslooptegoed als de werknemer dit wil gebruiken.
Ook hoeven ondernemers aan minder strenge eisen te voldoen om in aanmerking te komen voor allerlei belastingvoordelen. Door het zogeheten urencriterium te verlagen kunnen deeltijdondernemers ook aanspraak maken op fiscale voordelen als de zelfstandigenaftrek, de meewerkaftrek, de winstvrijstelling en de aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk. Dat maakt het voor werknemers gemakkelijker om voor zichzelf te beginnen.
Het kabinet wil verder de fiscale voorziening voor investeringen in research en development, de zogeheten WBSO, uitbreiden. Ook moeten snelgroeiende bedrijven beter toegang krijgen tot kapitaalmarktfaciliteiten. En de doorgroei van bedrijven moet gestimuleerd worden. Veel ondernemers blijven zelfstandige zonder personeel, omdat het aannemen van medewerkers veel 'risico en rompslomp' met zich meebrengt. Overheidsregels en wetgeving de komende vier jaar meer worden toegespitst op de grootte van een bedrijf.
In 2009 wordt gestart met het inzetten van extra middelen voor de fiscale stimulering. In 2011 reserveert het kabinet structureel 500 miljoen euro om het ondernemerschap te bevorderen.
Bron: Het Financieele Dagblad, 01-05-2007
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99