Nederland verhuist te weinig

Veel Nederlanders zijn van mening dat de doorstroming op de woningmarkt op gang geholpen kan worden door een verlaging van de 'kosten koper', een groter aanbod van geschikte woningen en een kooprecht voor huurders. Met name de kosten koper worden als een groot struikelblok ervaren. Bijna 80 procent van de bevolking vindt dat deze omlaag moeten. De verhuisbereidheid zal daardoor toenemen en zo worden de kosten van een tariefsverlaging goeddeels gedekt door een groter aantal kooptransacties.

Voor een gemiddelde koopwoning van 250.000 euro moet – naast de koopprijs en alle andere verhuis- en inrichtingskosten – circa 25.000 euro extra op tafel worden gelegd voor de 'kosten koper'. Dit is evenveel als een fors netto jaarsalaris, voor veel mensen een hoge drempel.

Het aantal koopwoningen steeg in de afgelopen 10 jaar van circa 3,3 naar 3,9 miljoen.

Daarmee bestaat 56 procent van het nationale woningbestand uit koopwoningen. Maar de doorstroming op de woningmarkt blijkt achter te blijven bij de groei. Het aantal verhuizingen in de koopsector bleef schommelen rond de 200.000 per jaar, terwijl dit aantal had moeten meegroeien naar ruim 230.000 verhuizingen.

Stagnatie van de doorstroming heeft behalve voor de woningmarkt ook schadelijke effecten voor de arbeidsmarkt en het milieu. 'Meer mobiliteit op de woningmarkt is in elk opzicht goed, al was het maar omdat er minder files zouden staan. Mensen zouden makkelijker dichterbij hun werk kunnen gaan wonen of van baan kunnen wisselen', aldus Nico Stolwijk, manager beleidszaken van Vereniging Eigen Huis.

Bron: Vereniging Eigen Huis, 22-05-2007