Pensioenfondsen mogen niet in verzekeringen

Het advies is een tegenvaller voor de pensioenfondsen PGGM en ABP. Beide hebben onlangs besloten hun uitvoeringsorganisatie (het vermogensbeheer en de pensioenadministratie) af te splitsen en in de vrije markt te zetten. Zo hopen ze de handen vrij te krijgen om via hun private dochters behalve pensioen ook andere verzekeringsproducten aan te bieden. Dat mogen ze nu nog niet. Met name de levensloopregeling wordt gezien als een strategisch belangrijk product.

Ook het ministerie Sociale Zaken dringt aan op verplichte uitbesteding omdat op die manier de marktwerking in pensioenland voldoende wordt gegarandeerd.

Het advies van de hoogleraren geeft echter aan dat er in de praktijk weinig verandert door verplichte uitbesteding. Uitbesteden aan jezelf heeft weinig met marktwerking van doen en van echte concurrentie is geen sprake, aldus de hoogleraren.

Het rapport ziet desondanks wel andere mogelijkheden voor pensioenfondsen om de strikte scheiding tussen pensioenen en verzekeringen te omzeilen. Pensioenfondsen kunnen een ‘Algemene Pensioeninstelling’ (API) oprichten. Dit is een nieuwe rechtsvorm, die mogelijk is gemaakt door een Europese richtlijn. De zogenoemde API's hebben veel meer vrijheid dan pensioenfondsen of verzekeraars, ze kunnen op Europese schaal opereren en ze mogen verschillende pensioenregelingen tegelijk aanbieden. Een voorwaarde is echter dat pensioenfondsbesturen hun hele balans overdragen aan de API. Fondsbesturen blijven dan alleen nog verantwoordelijk voor de inhoud van de pensioenregeling, niet meer voor het beleggingsbeleid.

Pensioenfondsen kunnen 100% eigenaar worden van de op te richten API. In dat geval blijven de sociale partners, die de pensioenfondsen besturen, toch de baas en krijgen ze alle vrijheid om het speelveld van de verzekeraars te betreden.

Bron: Het Financieele Dagblad, 29-03-2007