Dat blijkt uit onderzoek van het ministerie van Sociale Zaken, dat vandaag naar de Tweede Kamer wordt gestuurd. De politieke lading van het rapport is groot: CDA en PvdA zijn het immers niet eens om rijke ouderen al dan niet te laten meebetalen aan het staatspensioen AOW. Wouter Bos (gesteund door André Rouvoet) heeft met deze uitkomsten een extra troef aan de formatietafel.
Uit het onderzoek van het ministerie blijkt dat het inkomen van ouderen tot 2030 sneller toeneemt dan dat van 65-minners. De koopkracht van ouderen neemt met bijna een kwart toe. De ouderen zijn hoger opgeleid dan de generatie boven hen, waardoor ze meer verdienen. Bovendien hebben meer ouderen langer gewerkt, waardoor ze een hoger pensioen hebben opgebouwd.
De grotere deelname van vrouwen op de arbeidsmarkt leidt tot de grootste sprong voorwaarts: nu is het pensioen van mannen gemiddeld drie keer zo hoog als dat van vrouwen; straks is het nog ruim het dubbele. Het aantal huishoudens met een aanvullend pensioen boven de 20.000 euro per jaar neemt toe van 13 naar 37 procent.
De vermogensgroei van ouderen komt vooral door de fors gestegen huizenprijzen. Gemiddeld beschikten ouderen in 2000 over een vermogen van 150 duizend euro. Opmerkelijk is dat het aandeel ouderen met een laag inkomen tegelijkertijd toeneemt. In 2020 hebben 600.000 (vaak allochtone) Nederlanders een onvolledige AOW-uitkering; nu zijn dat er 170 duizend.
Overigens is het inkomen van de groep 40- tot 65-jarigen nog altijd het hoogst. Maar het gemiddelde inkomen tussen 18 en 65 jaar is lager dan dat van de gepensioneerden.
Bron: De Volkskrant, 19-12-2006
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99