Certificering schuldhulpverleners noodzakelijk

De ANVS doet haar uitspraak naar aanleiding van de bijeenkomst van 20 april, waar op initiatief van het Ministerie van Sociale Zaken, naast de ANVS ook andere partijen aanwezig waren die betrokken zijn bij de problematiek van schuldhulpverlening.

Net als andere aanwezigen is de ANVS van mening dat het voortbestaan van de ‘minnelijke trajecten’ in gevaar komt als certificering (en daarmee wijziging van de werkwijze van een aantal schuldhulpverleners) niet snel tot stand komt.

Mensen met grote schulden die daar niet meer op eigen kracht van af komen, roepen de hulp in van schuldhulpverleners. Deze schuldhulpverleners stellen orde op zaken in de financiële administratie. Daarnaast kunnen ze afspraken maken met schuldeisers over een haalbare afbetalingsregeling: het ‘minnelijk traject’. “Als de schuldeisers er geen vertrouwen in hebben dat schuldhulpverleners hun werk goed doen, zodat schuldeisers hun geld (gedeeltelijk) terugkrijgen, dan zullen ze niet meer akkoord gaan met betalingsregelingen die schuldhulpverleners trachten te sluiten”, stelt Werdmüller von Elgg, “dat is hard, maar wel begrijpelijk. Wij weten echter dat goede schuldhulpverlening in staat is om mensen structureel schuldenvrij te krijgen. Daarvoor is een vertrouwensbasis onontbeerlijk.” Bij het uitblijven van een certificering is uiteindelijk de zwakste partij de dupe: mensen met grote schulden. “Let wel, dat zijn lang niet altijd ‘bijstandsmoeders’. In heel veel gevallen gaat het om mensen met modale of zelf dubbelmodale inkomens”, stelt Werdmüller von Elgg. “Hun schulden belopen tienduizenden euro’s waar ze zonder hulp en fatsoenlijke afbetalingsregelingen nooit meer vanaf komen.”