Pensioenleeftijden veranderen

Zo kon een werknemer in de veertig jaar tussen z'n 25ste en 65ste, en bij een opbouwpercentage van 1,75 procent, een pensioen opbouwen van 70 procent. Langzamerhand zijn de intredings- en uittredingsleeftijden echter aan het veranderen.  Werknemers die nu op hun 25ste toetreden tot een pensioenregeling, gaan naar verwachting al op hun 61e met pensioen. De maximaal haalbare pensioenopbouw neemt hierdoor af naar 63% van de pensioengrondslag (36 x 1,75%).

Het kabinet wil die tendens stoppen en wil zoveel mogelijk vasthouden aan een uittredingsleeftijd van 65 jaar, ook om zo die verminderde pensioenopbouw tegen te gaan. In de nieuwe Pensioenwet, die in 2006 moet ingaan, zijn dan ook strikte regels opgenomen voor pensioenuitvoerders, deelnemers aan pensioenregelingen en gepensioneerden over de uittredingsleeftijd. Verder is een belangrijke verandering daarin dat werknemers eerder mogen toetreden tot een pensioenregeling. De minimumtoetredingsleeftijd wordt verlaagd naar 18 jaar. Dat betekent volgens PensioenAdvies dat voor minstens 80% van de deelnemers aan een pensioenfondsregeling de regeling zal moeten worden aangepast.

Bron: Pensioen Advies, 03-05-2005