Nadat Consument de betaalrekening actief is gaan gebruiken, heeft hij navraag gedaan naar de rentekorting. Aan Consument werd toen medegedeeld dat de rentekorting alleen verstrekt wordt in geval van geldleningen van de Bank zelf. Consument stelt dat hij gerechtvaardigd mocht vertrouwen op het eerste telefoongesprek met de Bank, maar de Commissie stelt vast dat dat telefoongesprek informatief van aard was. Consument mocht er niet op vertrouwen dat de Bank hem daarin een aanbod deed voor het verstrekken van rentekorting. De vordering wordt afgewezen.
Aan bovengenoemd geschil ligt ten grondslag dat overeenkomsten, zoals de overeenkomst om rentekorting te verlenen, tot stand komen door een aanbod en de aanvaarding van dat aanbod (artikel 6:217 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, hierna BW). Het doen van een aanbod is een rechtshandeling en daarvoor is op grond van artikel 3:33 BW een op die rechtshandeling gerichte wil vereist. Vaststaat dat Consument in het telefoongesprek op 29 maart 2018 foutieve informatie ontvangen heeft van de Bank.
In artikel 3:35 BW is echter het volgende bepaald:
‘‘Tegen hem die eens anders verklaring of gedraging, overeenkomstig de zin die hij daaraan onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mocht toekennen, heeft opgevat als een door die ander tot hem gerichte verklaring van een bepaalde strekking, kan geen beroep worden gedaan op het ontbreken van een met deze verklaring overeenstemmende wil.’
Concreet komt de inhoud van dit artikel erop neer dat de Bank in beginsel gehouden is aan de mededeling die zij aan Consument gedaan heeft, ook indien deze mededeling een fout bevatte. Voorwaarde daarvoor is evenwel dat Consument er redelijkerwijs op mocht vertrouwen dat deze mededeling de werkelijke bedoeling van de Bank weergaf. Indien duidelijk is of had moeten zijn dat sprake is van een vergissing, behoeft de Bank niet vast te zitten aan de onjuiste mededeling.
De Commissie stelt op basis van de door partijen gegeven schets van het telefoongesprek op 29 maart 2018 vast dat dit telefoongesprek een informatief karakter had. Het is niet gebleken dat Consument in het telefoongesprek de rentekorting aangevraagd heeft, hij heeft slechts informatie gevraagd over één van de voorwaarden en is hierin foutief geïnformeerd. Het is aannemelijk dat Consument door het telefoongesprek op 29 maart 2018 op het verkeerde been gezet is, maar naar objectieve maatstaven had Consument er niet op mogen vertrouwen dat de rentekorting op dat moment daadwerkelijk aan hem aangeboden werd. Het lag bovendien op de weg van Consument om bijvoorbeeld de website van de Bank te raadplegen over de voorwaarden van het Combinatievoordeel. Onweersproken is dat Consument daar duidelijk had kunnen lezen dat de rentekorting niet op zijn hypothecaire geldlening van toepassing was.
Bron: Kifid
Fintool
Telefoon 085 - 111 89 99
Telefax 085 - 111 88 80
E-mail: info@fintool.nl
KvK 27256668