Gewijzigd wetsvoorstel VUT, prepensioen en levensloop

De overgangsregelingen voor de verschillende regelingen zien er nu als volgt uit.

1. VUT

De huidige (jaar 2004) fiscale behandeling blijft gelden voor op 31 december 2004 bestaande VUT-regelingen op basis waarvan na 31 december 2005 nog uitsluitend uitkeringen kunnen worden gedaan aan werknemers die:

- vóór 1 januari 2005 de leeftijd van 55 jaar hebben bereikt, of

- vóór 1 januari 2006 reeds een of meer uitkeringen uit een van hiervoor bedoelde VUT-regelingen hebben ontvangen.

2. Prepensioen

De huidige (jaar 2004) fiscale behandeling blijft gelden voor op 31 december 2004 bestaande prepensioenregelingen op basis waarvan na 31 december 2005 nog uitsluitend uitkeringen kunnen worden gedaan:

- aan werknemers die vóór 1 januari 2005 de leeftijd van 55 jaar hebben bereikt;

- of ingevolge aanspraken die vóór 1 januari 2006 zijn opgebouwd.

3. Overbruggingspensioen

Werknemers, die vóór 1 januari 2005 de leeftijd van 55 jaar hebben bereikt, kunnen de opbouw van hun overbruggingspensioen op grond van een op 31 december 2004 bestaande regeling voor overbruggingspensioen zonder fiscale consequenties voortzetten.

Om te voorkomen dat een werknemer gebruik kan maken van zowel de verruimde overgangsperiode van de hierboven genoemde regelingen als van de extra stortingsmogelijkheid in de levensloopregeling, wordt een leeftijdsgrens bij de laatstgenoemde regeling ook twee jaar vervroegd. Voor werknemers die op 31 december 2005 51 jaar of ouder zijn maar nog geen 56 jaar (was oorspronkelijk 58 jaar), vervalt de voorwaarde dat per jaar maximaal 12% van het brutoloon mag worden gespaard. Deze werknemers mogen extra storten in de levensloopregeling maar met een maximum van 150% van het jaarloon.

Bron: PriceWaterhouseCoopers, 18-10-2004