De betaalbaarheid van koopwoningen is zeer gunstig en in de afgelopen jaren ook sterk verbeterd. Door de gedaalde rente zijn de woonlasten voor kopers zelfs in drukgebieden zeer gunstig. De financierbaarheid van de koopwoning staat echter van alle kanten onder druk. Met name de starters betalen de prijs van strenge inkomensnormen die geen rekening houden met normale loopbaanperspectieven en met de eis om steeds meer eigen geld te moeten investeren in de woning. De positie van de starter op de hypotheekmarkt is met eenvoudige maatregelen te verbeteren, maar deze komen niet of nauwelijks aan bod in de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen.
Dit concludeert het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) in de verschenen studie ‘Woningmarktbeleid in de komende regeerperiode’, een verkenning van beleidsmaatregelen aan de hand van verkiezingsprogramma’s
De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Financiën over de brief van 20 september 2016 inzake de Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën.
Hieronder een beknopte selectie uit maar liefst 126 vragen op het gebied van o.a. de woningmarkt (hypotheekrente en LTV) en fiscaliteit.
Voor leningen waar een aflossingsverplichting (BP2013) geldt, kunnen tijdens de looptijd mutaties optreden, of is sprake van een eerste melding.
'Familiehypotheken / BV leningen', niet zijnde reguliere bankhypotheken die in 2013 / 2014 of 2015 zijn afgesloten, hebben een 'meldingsplicht'.
Welke datum kan dan maximaal aangehouden worden? 31 januari a.s., 31 december of een andere datum?
Waarom wordt een restschuld soms als box 1 behandeld en soms als box 3 door geldverstrekkers? En is het verplicht om af te lossen op een (onderhandse) restschuldfinanciering?
De nieuwe hypotheken waarbij starters in de eerste jaren lagere maandlasten hebben door extra bij te lenen, is slechts een 'optie'. Dat zegt minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken.
Wij hebben de Kennisgroep van de Belastingdienst de volgende vraag voorgelegd:
Een hypotheekrelatie van ons zit met de volgende casus.
- Eigen woning, Box 1, € 100.000 (gemakshalve sinds 1 januari 2001);
- Deze woning is tijdelijk verhuurd sinds 1 juni 2012 (woning / hypotheek naar box 3), in afwachting van verkoop;
- Relatie koopt in 2013 een andere woning, oude woning is nog steeds verhuurd / nog niet verkocht.
Letterlijk heeft relatie op 31 december 2012 geen eigenwoningschuld – op grond van artikel 10bis.1.
Dit besluit beschrijft in welke gevallen de Belastingdienst het standpunt zal innemen dat sprake is van een afzonderlijke schuld ondanks dat er een bepaalde samenhang is met een andere schuld.
Tevens wordt in een Kamerbrief nader uitleg gegeven over de 'Blok'-variant.
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank.