De Kennisgroep Successiewet (KG:063) heeft op 8 juli 2025 een standpunt ingenomen over de werking van een finaal verrekenbeding dat door ongehuwden is vastgelegd in een notarieel samenlevingscontract. De vraag is of de uitwerking daarvan gelijk is aan finale verrekenbedingen tussen gehuwden. De Kennisgroep geeft hierover duidelijkheid in zijn standpunt.

In 2020 is de tariefmaatregel ingevoerd. Die houdt in dat sommige aftrekposten niet aftrekbaar zijn tegen het hoogste tarief in de Inkomstenbelasting, maar tegen een lager tarief. In 2025 is het maximale aftrektarief voor bijvoorbeeld persoonsgebonden aftrek 37,48%, ook als iemand over zijn positieve inkomen 49,5% moet betalen. Voor een specifieke groep belastingplichtigen, werkt deze maatregel zeer ongunstig uit. Volgens het Gerechtshof in Den Haag is die maatregel zelfs in strijd met het gelijkheidsbeginsel – in specifieke gevallen.

In de laatste decennia van de 20ste eeuw, zijn steeds meer mensen (extra) gaan sparen voor de oude dag. Dat gebeurde destijds vaak in de vorm van lijfrenten. Veel van die lijfrenten expireren nu of binnenkort. De adviseur Vermogen die klanten bij deze expiraties bijstaat, moet dan altijd goed weten onder welke fiscale regels die expirerende lijfrente valt. Dat kan nogal wat uitmaken in de keuzes die de klant met het expiratiekapitaal heeft. Eén van de uitkeringsvormen die tegenwoordig niet meer fiscaal ondersteund wordt, is de overbruggingslijfrente. Maar daarvoor geldt overgangsrecht. Daarom is het belangrijk dat de adviseur de mogelijkheden met die overbruggingslijfrente goed kent. De Kennisgroep Verzekeringsproducten heeft hierover een standpunt heruitgegeven, met enkele verduidelijkingen ten opzichte van een eerdere versie uit 2023.

Op 1 januari 2020 zijn diverse wijzigingen doorgevoerd die van invloed zijn op het geven van een passend financieel advies. In dit bericht geven we daarvan een beknopt overzicht met betrekking tot de module Vermogen.   Zie voor enkele algemene wijzigingen per 1 januari 2020 het bericht 'Wijzigingen Wft Basis per 1 januari 2020’ (zie Externe bronnen).

Op 17 september 2019 (Prinsjesdag) heeft het kabinet haar plannen voor 2020 bekend gemaakt. In dit artikel vatten we voor medewerkers die werkzaam zijn binnen het vakgebied voor de adviseur Vermogen, de meest relevante onderwerpen van de overheidsplannen samen. Op het gebied van Sociale Zekerheid zijn de meeste plannen vrij vaag omlijnd en weinig concreet. Eventuele wijzigingen op dat gebied, zullen dan ook nog niet direct in 2020 effect hebben. Dat betekent dat de belangrijkste wijzigingen in 2019 voor de adviseur Vermogen vooral fiscaal van aard zijn.

We berichtten u eerder over de nieuwe UPO-modellen 2025, waar twee varianten op zijn (zie externe bronnen): het huidige model voor pensioenregelingen die nog niet overgegaan zijn op de Wtp, en het nieuwe Wtp-model. Nu is er een extra variant op: het TUPO. De T staat voor Transitie. Dit model is op 19 februari 2025 ook goedgekeurd door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. We leggen in dit artikel uit waar het TUPO voor dient en hoe het er in grote lijnen uitziet.

De fiscale behandeling van lijfrenten is behoorlijk ingewikkeld, in bepaalde situaties. Regelmatig worden er fiscale vragen gesteld aan de Belastingdienst, waarop de Kennisgroep verzekeringsproducten antwoord geeft. Recent zijn er twee KG-publicaties geweest, die relevant zijn voor de adviseur Vermogen. Het gaat om een standpunt over omzetting van een al ingegane oudedagslijfrente naar een uitgestelde lijfrente en om een overzicht van de fiscale gevolgen van verrekening of compensatie van lijfrenten na een scheiding. Tot slot heeft de Staatssecretaris op verzoek van de vast Kamercommissie van Financiën een brief gestuurd, waarin hij (nog eens) ingaat op het feit dat er twee keer een bijdrage Zorgverzekeringswet betaald wordt in het geval van lijfrenten.

Op 1 januari 2025 zijn diverse wijzigingen doorgevoerd die van invloed zijn op het geven van een passend financieel advies. In dit bericht geven we daarvan een beknopt overzicht met betrekking tot de module Vermogen. Zie voor enkele algemene wijzigingen per 1 januari 2024 het bericht ‘Nieuws Basis 2025’ (zie Externe bronnen).

De adviseur Vermogen adviseert en bemiddelt veel in lijfrenten. Het gaat daarbij uiteraard vooral om advies en bemiddeling in het kader van vermogensopbouw. Maar als de lijfrente expireert, is er ook een rol weggelegd voor de adviseur. Niet altijd in de vorm van advies, maar juist in de vorm van bemiddeling. Vorig jaar ontstonden er misverstanden over de aftrekbaarheid van bemiddelingskosten. Pas aan het eind van 2023 werd die onduidelijkheid door de Belastingdienst weggenomen.

Jaarlijks worden door de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars de nieuwe UPO-modellen gepubliceerd. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid moet deze vervolgens goedkeuren. Dat is in november 2024 gebeurd voor de modellen van 2025. Voor de adviseur Vermogen en de adviseur Pensioen is het van belang dat zij op de hoogte zijn van de meest recente modellen, omdat hun advies mede afhangt van de inhoud van de pensioenregeling van hun klanten. De modellen van 2025 veranderen niet of nauwelijks ten opzichte van 2024 voor de meeste pensioenregelingen. Maar in 2025 gaan de eerste pensioenuitvoerders over naar een regeling die al voldoet aan de Wet toekomst pensioenen (Wtp). Nieuw is, dat er vanaf 2025 twee varianten van modellen zijn: modellen die niet voldoen aan de Wtp en modellen die wel voldoen aan de Wtp. We gaan vervolgens ook kort in op de gevolgen van de transitie naar de Wtp en de jaarruimteberekening.