De Rechtbank te Haarlem heeft uitgesproken dat de keuzeregeling ook moet openstaan voor erfgenamen die in 2010 of in 2011 een woning hebben geërfd. Dit is een uitbreiding op de eerdere versoepeling vanaf 1 januari 2012.

Renteloze leningen werden gebruikt om successierechten te besparen. Dit ging als volgt. Vader leent zijn kind renteloos, zeg, € 500.000. Het kind zet het bedrag op een spaarrekening en trekt daarvan, zeg, € 20.000 rente per jaar. Eigenlijk is dit gewoon een schenking. Maar hierover kon tot 2010 geen schenkbelastingworden geheven.

De hoofdregel van het erfrecht is dat als vader overlijdt, alles naar moeder gaat. De kinderen erven op papier, namelijk een vordering op moeder opeisbaar bij haar overlijden. De "overbedelingsschuld" van moeder en de "onderbedelingsvordering" van de kinderen zijn gedefiscaliseerd. Dit betekent dat de kinderen het desbetreffende bezit niet hoeven op te geven in box 3. Moeder mag de rente op de schuld niet aftrekken in haar aangifte IB. Vaak heeft de onderbedelingsschuld van moeder grotendeels betrekking op de woning. Je zou daarom kunnen denken dat de rente wel voor aftrek in aanmerking komt. Dat is dus niet het geval.