Rechtbank Groningen verklaart het beroep ongegrond. De exploitant Y. van het bedrijfsgedeelte gaat in hoger beroep tegen de uitspraak (omdat de Rechtbank geen uitspraak heeft gedaan op het beroep van eigenaar X, kon deze geen hoger beroep instellen).
In het hoger beroep oordeelt het Hof Arnhem-Leeuwarden dat de gemeente de WOZ-waarde niet aannemelijk kan maken. De huurwaarden per m2 brutovloeroppervlakte van het bedrijfsgedeelte zijn niet op een voor het hof toetsbare wijze herleid uit marktgegevens. Het taxatierapport bevat geen goede onderbouwing voor de bij de bepaling van de bruto huurwaardekapitalisatiefactor gebruikte grootheden. Ook zijn er onvoldoende vergelijkbare marktgegevens beschikbaar om de waardebepaling van het woongedeelte goed te kunnen onderbouwen. Ook Y. heeft een rapport (waarin eveneens herleidbare gegevens ontbreken). Dat rapport is echter opgemaakt door twee verschillende taxateurs die bovendien zijn aangewezen door partijen met tegengestelde belangen: (1) de Rijksbelastingdienst en (2) verkrijger(s) krachtens erfrecht. Daarom acht het hof aannemelijk dat de waarde van deze taxatie dicht(er) bij de waarde in het economische verkeer ligt. De waarde in het economische verkeer komt immers eveneens tot stand, uitgaande van twee tegengestelde belangen. Namelijk die van koper en verkoper. Een en ander afwegende oordeelt het Hof dat belanghebbende Y. erin is geslaagd aannemelijk te maken dat de waarde van € 664.000, als vermeld in het genoemde taxatierapport, niet te laag is. Het hof vernietigt de uitspraak van de Rechtbank en vermindert de aan Y. opgelegde aanslag, berekend naar een waarde van € 664.000,
Bron: Rechtspraak
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99