Verbond: herziene leidraad nog te ingewikkeld

Voor een document waarin globale, open normen worden beschreven is de 33 pagina’s tellende leidraad dan ook te uitvoerig, te ingewikkeld en te belastend voor de markt. Zo roepen onder meer de beschrijvingen van marketingvergoedingen en kwaliteitsvergoedingen die wel en niet door de beugel kunnen, meer vragen op dan dat het antwoorden biedt.

 

Op een belangrijk punt bevat de leidraad volgens het Verbond wél een verbetering. In de eerste versie kregen aanbieders een nadrukkelijke rol om toe te zien of intermediairs bij hun klanten een ‘passende provisie’ in rekening brachten. Daarmee kregen aanbieders feitelijk de ongewenste rol van ‘voogd van het intermediair’. Bovendien zijn aanbieders helemaal niet in staat om dit inzicht te verkrijgen. De AFM bepaalt nu dat tussenpersonen zelf de verantwoordelijkheid dragen voor de naleving van de inducementregels. Voor aanbieders geldt wel een meldplicht, wanneer zij te maken krijgen met misstanden.

 

Ook herkent het Verbond zich in het ‘ideaalbeeld’ dat de AFM schetst: financiële dienstverleners ontvangen geen provisie van anderen dan de consument. Daarover worden vóór de aanvang van de werkzaamheden duidelijke afspraken gemaakt tussen de consument en de financiële dienstverlener. Wanneer deze lijnen worden aangehouden, zijn de inducementregels niet van toepassing, schrijft de AFM.

 

Bron: Verbond van Verzekeraars, 28-08-2009