De wijzigingen van enkele belastingwetten zijn bekend gemaakt. Hieronder een beknopt overzicht van de (meest relevante) wijzigingen, met ingang van 1 januari 2016 (mits wetsvoorstellen door Tweede en Eerste Kamer worden aangenomen).

De Hoge Raad heeft in 2 verschillende uitspraken het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Eén uitspraak ging over de verschuldigdheid van revisierente (waarbij de afkoopwaarde lager was dan de betaalde premies). In een andere uitspraak heeft de Hoge Raad een uitspraak gedaan over de aankoop van een kavel en de hypotheekrenteaftrek.

Dit besluit wijzigt het besluit over de lijfrenten en periodieke uitkeringen van 13 juni 2012, nr. BLKB2012/283M. De wijziging voorziet in een goedkeuring vooruitlopend op wetgeving.

Een belastingplichtige heeft een levensverzekering afgekocht (lijfrente), waarvan de expiratie 21 december was en het afkoopverzoek 15 november was getekend. De verzekeraar boekt de afkoopwaarde 2 januari bij op het rekeningnummer van verzekeringnemer. Aan de rechter was voorgelegd in welk jaar de uitkering belast was.

Aan de Tweede Kamer is een wetsvoorstel toegezonden in verband met de bescherming van lijfrenteopbouw en vrijwillige voortzetting van pensioenopbouw.

Valt een onder het regime van vóór de Brede Herwaardering I (oud regime) afgekochte lijfrente ook onder grondslagbepaling voor de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet? In een uitspraak van het Hof Amsterdam is dit bevestigend beantwoord.

Staatssecretaris Wiebes van Financiën informeert de Tweede Kamer in een richtinggevende brief over de vraag hoe de nettolijfrente onder kan worden gebracht in de tweede pijler binnen de voorwaarden van vrijwilligheid en fiscale hygiëne (voorkomen van onbelaste uitkeringen vanuit belast pensioenvermogen en vice versa) en in welk wetgevingstraject dit kan meelopen.

Als download is het lijfrentebesluit aan de kennisbank toegevoegd. Van praktisch belang is met name paragraaf 2.4 'Beloning tussenpersoon (artikel 1.7b van de Wet IB 2001)'

Klant is 62 jaar en heeft een expirerende lijfrentepolis van € 57.500. De waarde per 31-12-2005 was € 55.000,-. Hiervoor wil hij een overbruggingslijfrente. het restant wordt uitgesteld tot 65 jaar. Mag het dan opgenomen worden als een "kleine" lijfrente?

De klant wilt zijn lijfrente afkopen en krijgt een overzicht toegestuurd van de verzekeraar waarin het onderstaande staat wat ik graag geverifieerd wil zien of dat klopt. De klant betaalt 52% afkoopwaarde als loonheffing. De klant betaalt 20% revisierente. Moet de klant ook nog 52% over zijn ingelegde premies betalen aan Ib? Ik lees graag uw antwoord. Met vriendelijke groet,