MijnFintool

Nieuws

Eigen Huis wil betere nieuwe Financiële Bijsluiter

Vereniging Eigen Huis (VEH) wil dat de eisen voor de Financiële Bijsluiter verder worden aangescherpt. Volgens de VEH geeft de Financiële Bijsluiter nog onvoldoende duidelijkheid over de verborgen en vaak hoge kosten van beleggingsverzekeringen die aan hypotheken zijn verbonden. Een goede onderlinge vergelijking van beleggingshypotheken is hierdoor niet mogelijk.

De huidige Financiële Bijsluiter biedt slechts een vergelijking tussen beleggingshypotheken op basis van het historisch rendement; de behaalde rendementen in het verleden. Omdat die geen enkele garantie bieden voor de toekomst, is ook een kostenvergelijking tussen de producten van groot belang voor de juiste keuze. Voor de consument is het immers belangrijk om te weten welk deel van het toekomstig rendement wordt afgeroomd door de verborgen kosten. Op dit punt schiet de huidige Bijsluiter tekort.

 

Omdat uit de Financiële Bijsluiter niet duidelijk wordt hoeveel de kosten bedragen bij het toepassen van het historisch rendement, is een onderlinge vergelijking tussen beleggingshypotheken nog niet goed mogelijk.

 

De VEH wil dat de Financiële Bijsluiter duidelijk maakt: 

- hoe hoog het historisch rendement is dat gebruikt wordt om de premie-inleg te berekenen in de 4% voorbeeldberekening die in de Bijsluiter wordt vermeld; 

- hoeveel de kosten bedragen die worden ingehouden, op zodanige wijze dat de consument de producten onderling goed kan vergelijken.

 

Het laatste is mogelijk door in de Financiële Bijsluiter een rekenvoorbeeld op te nemen op basis van een vast eindkapitaal en een vast -verondersteld- rekenrendement en door de premie-inleg daar dan ook op te baseren. Daarnaast is het wenselijk dat apart vermeld wordt hoe hoog de premie-inleg moet zijn om -op basis van het historisch rendement- het benodigde eindkapitaal te halen.

 

De VEH onderzocht de Financiële Bijsluiter van 24 hypotheken waaraan een levensverzekering is verbonden. Acht Bijsluiters betroffen een volledige beleggingshypotheek en in zeven gevallen was sprake van een gedeeltelijke of 'hybride' beleggingshypotheek. Bij de overige negen Bijsluiters ging het om een spaarhypotheek. De berekeningen die de vereniging zelf uitvoerde, maken het volgende duidelijk (de genoemde kostenpercentages zijn inclusief de premies voor de overlijdensrisicodekking).

 

Bij de volledige beleggingshypotheken bleek dat maar liefst gemiddeld 53 procent van de totale inleg opgaat aan kosten en dat bij een verondersteld vast rendement van 4 procent het netto rendement van de beleggingsverzekering na 30 jaar zelfs negatief is. Bij de hybride hypotheken (de spaar-beleggingshypotheken) was het resultaat iets beter, maar nog steeds bedroevend. Gemiddeld 37 procent van de totale inleg gaat op aan kosten en na 30 jaar resulteert een gemiddeld rendement van slechts 1,3 procent. De spaarhypotheken scoorden in het onderzoek nog het beste. Gemiddeld gaat 19 procent van de totale inleg op aan kosten en aan het einde van de looptijd wordt een gemiddeld rendement behaald van 2,8 procent.

 

Bron: Persbericht VEH, 04-04-2007

Modules & dossiers

Opvoerdatum

05 apr 2007

Laatst gewijzigd

05 apr 2007

Reacties

Er zijn (nog) geen reacties op dit artikel

Reageren? Graag eerst inloggen.

Permanent Actueel met Fintool?

Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg toegang tot de Kennisbank, Helpdesk en AI assistant.
Lees verder

Fintool bv © 2003/2025. Alle rechten voorbehouden.
Lees graag de leveringsvoorwaarden en het privacy reglement.

1
1