Consument beklaagt zich o.a. erover dat Tussenpersoon in strijd met de op hem tegenover Consument rustende zorgplicht en mededelingsplichten heeft geweigerd zorg te dragen voor een deugdelijk en gratis AFM- en Wft-conform hersteladvies.
De Commissie dient te beoordelen of het door Tussenpersoon verstrekte hersteladvies voldoet aan de daaraan in de gegeven omstandigheden te stellen eisen en, zo niet, welke consequenties daaraan verbonden moeten worden.
Het recht op afkoop van levensverzekeringen is geregeld in boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW), meer specifiek in artikel 7:978 lid 1 BW. Uit dit artikel volgt dat levensverzekeringen verplicht een recht tot afkoop voor de verzekeringnemer dienen te bevatten voor zover de verzekering stellig voorziet in een of meer uitkeringen.
Consument heeft zich bij de Geschillencommissie beklaagd dat het adviestraject bij de Adviseur in 2016 niet heeft geleid tot een passend advies. De Geschillencommissie is van oordeel dat de Adviseur zijn zorgplicht jegens Consument heeft geschonden. In het onderhavige geval heeft de Adviseur nagelaten om afdoende onderzoek te verrichten en bij het opstellen van zijn advies is uitgegaan van onjuiste dan wel onvolledige informatie.
Een huiseigenaar heeft geen bericht ontvangen dat er geen pandrecht meer rustte op zijn overlijdensrisicoverzekering. Hierdoor heeft de verzekering langer doorgelopen dan nodig. Relatie kreeg wel een melding dat verpanding van de spaarpolis vervallen was. Die is vervolgens afgekocht.
De Bank heeft Consument een lening in Zwitserse Franken verstrekt, waarvoor zijn vader borg stond. Zelf had Consument (nagenoeg) geen inkomen of vermogen.
Consument heeft een woningfinanciering met zogenaamde voordeelrente afgesloten waarbij, bij vroegtijdige aflossing, boeterente verschuldigd kan zijn. In de leningofferte is dit nader uitgewerkt. In de akte van geldlening met hypotheekstelling zijn de voordeelrente-bepalingen echter niet opgenomen, wel wordt vermeld dat bij verkoop geen extra vergoeding verschuldigd is.
Consument stelt dat hij zijn woning heeft moeten verkopen vanwege zijn echtscheiding. Zowel hij als zijn ex-partner beschikten niet over de financiële middelen om de hypothecaire geldlening alleen te dragen. Aangezien geen sprake is van ‘vrijwillige verkoop’ van het onderpand, meent Consument dat de Bank de in rekening gebrachte boeterente dient kwijt te schelden.
Consument heeft de Adviseur benaderd voor hypotheekadvies. De Adviseur heeft in een e-mail financiële gegevens van Consument opgevraagd en in het inventarisatiegesprek dat hierop volgde, is ter sprake gekomen dat Consument een B.V. heeft.
Consument is verhuisd en heeft in dat kader zijn hypothecaire geldlening bij de Bank overgesloten naar een andere aanbieder. De Bank heeft, met een beroep op de loyaliteitskorting op de hypothecaire geldlening, een vergoeding voor vervroegde aflossing in rekening gebracht. Consument vordert terugbetaling van deze vergoeding (vermeerderd met de wettelijke rente) omdat hij nooit expliciet geïnformeerd is over de constructie van de loyaliteitskorting en hij hier nooit mee ingestemd heeft. Consument vindt de loyaliteitskorting niet duidelijk en bovendien misleidend.
Bij het aangaan van de overeenkomst van geldlening is niet overeengekomen op welke wijze de boeterente bij een tussentijdse renteherziening berekend wordt. De geldverstrekker heeft de vergoedingsrente gebaseerd op het verschil tussen de oude rente en de vergelijkingsrente.
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank.