Hypotheekadviseur Jos Koets heeft na jarenlange discussie met de Kennisgroep Belastingen over de vraag hoe om te gaan met de hypotheekrenteaftrek voor een alleenstaande die in 2011 een huis heeft gekocht en in 2016 in gemeenschap van goederen is gehuwd een antwoord gekregen.
In verband met het invoeren van de Wet verbeterde premieregeling is in Vraag en Antwoord 15-007 de redelijke termijn voor het aankopen van een pensioenuitkering tijdelijk verlengd tot 1 juli 2017. Omdat de Wet verbeterde premieregeling geen betrekking heeft op stamrechtuitkeringen, geldt de tijdelijke verlenging van de redelijke termijn alleen voor een aan te kopen recht op een pensioenuitkering.
De Hoge Raad heeft in het arrest van 4 maart 1987, nr. 24 339, ECLI:NL:HR:1987:AW7743 beslist dat een stamrecht niet is vrijgesteld wanneer het stamrecht voorziet in andere opbrengsten dan uitsluitend periodieke uitkeringen. Dat houdt in dat de vrijstelling niet van toepassing is wanneer in de stamrechtovereenkomst een afkoopmogelijkheid is opgenomen.
In een 'vraag en antwoord' geeft de Belastingdienst aan dat ingeval van bovenmatigheid of een oneigenlijke handeling de waarde van de volledige pensioenaanspraak direct in de belastingheffing moet worden betrokken, dit ondanks een eerdere uitspraak van de Rechtbank.
In de strijd tegen internationale belastingontduiking zijn er afspraken gemaakt tussen de Nederlandse en de Amerikaanse overheid naar aanleiding van de Amerikaanse wet FATCA.
Staatssecretaris van Financiën heeft een leidraad gepubliceerd waarin beoogd wordt antwoord te geven op vragen die in de praktijk zijn gerezen over de interpretatie van de NL IGA. De NVB heeft een 'vraag en antwoord' overzicht samengesteld.
Aan de Belastingdienst zijn vragen gesteld over een aantal begrippen en punten die van belang zijn bij het doen van de aangifte verhuurderheffing. Deze antwoorden zijn in overleg met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het Ministerie van Financiën door de Belastingdienst opgesteld. Recent is een update verschenen.
Vraag en antwoord van Kennisgroep Verzekeringsproducten
Voor kapitaalverzekeringen die bestonden op 14 september 1999 geldt als voorwaarde voor behoud van eerbiedigende werking en voor de bijzondere waardevrijstelling van onderdeel AN Invoeringswet Wet IB 2001 dat voor de beoordeling of de verzekerde rechten zijn verhoogd, de leven- en de overlijdenscomponent afzonderlijk moeten worden bezien. Voor de beoordeling of met betrekking tot een KEW is voldaan aan de voorwaarden voor toepassing van het overgangsrecht, moeten de leven- en de overlijdenscomponent in beginsel afzonderlijk worden bezien overeenkomstig de voorgaande overgangsregimes voor kapitaalverzekeringen. Dit houdt in dat het verzekerde kapitaal c.q. de te betalen premies voor de verzekerde uitkering bij leven afzonderlijk van het verzekerde kapitaal c.q. de te betalen premies voor de verzekerde uitkering ten gevolge van overlijden, moeten worden getoetst.
Wij hebben de Kennisgroep van de Belastingdienst de volgende vraag voorgelegd:
Een hypotheekrelatie van ons zit met de volgende casus.
- Eigen woning, Box 1, € 100.000 (gemakshalve sinds 1 januari 2001);
- Deze woning is tijdelijk verhuurd sinds 1 juni 2012 (woning / hypotheek naar box 3), in afwachting van verkoop;
- Relatie koopt in 2013 een andere woning, oude woning is nog steeds verhuurd / nog niet verkocht.
Letterlijk heeft relatie op 31 december 2012 geen eigenwoningschuld – op grond van artikel 10bis.1.
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank.