25 okt 2013
Nieuws
Dubbele (verhoogde) schenking mogelijk bij 'stelletjes'?
Is het mogelijk voor gehuwden / samenwoners om een 'dubbele' verhoogde schenking te ontvangen, waarbij de ouder(s) aan 'eigen' kind en diens partner een verhoogde schenking geeft voor bijvoorbeeld de aflossing van de eigenwoningschuld? Indien mogelijk, kan dan € 200.000 onbelast verkregen worden?
Bijvoorbeeld: A en B hebben een relatie. De ouders van A schenken A € 100.000 en tegelijkertijd of op een later tijdstip aan B € 100.000 ter aflossing van de eigenwoningschuld.
- Dagelijkse e-mail nieuwsbrief
- Kennisbank met 1000+ artikelen
- Rekenmodellen en downloads
- Persoonlijk archief
- Inclusief Permanent Actueel module!!
Partners
Voor de schenkbelasting bent u een partner van de schenker als u:
- met de schenker bent getrouwd en niet bent gescheiden van tafel en bed
- geregistreerd partner van de schenker bent
- u ongetrouwd samenwoont met de schenker
Partners worden voor de berekening van de schenkbelasting gezien als 1 persoon. Dat werkt 2 kanten op:
- Als beide partners ieder een schenking doen, zien wij dat als schenkingen door 1 persoon. Wij tellen de schenkingen bij elkaar op.
- Als beide partners een schenking krijgen, dan zien wij dit als een schenking aan 1 persoon. Dit heeft gevolgen voor de berekening van de hoogte van de schenkbelasting.
Bron: Belastingdienst
|
Een 'dubbele' onbelaste schenking is dus niet mogelijk.
Indien een kind reeds de leeftijd van 40 jaar heeft bereikt, of als er sprake is van een schenking aan een derde, kan de verhoogde schenking (op grond van artikel 33a van de SW 1956) slechts in één kalenderjaar worden toegepast.
Geldt de vrijstelling van schenkbelasting ook voor een eigen woning van de begiftigde in het buitenland?
De Vereniging van Estate Planners in het Notariaat (EPN) heeft eerder vragen gesteld over de fiscale gevolgen als een bv waarvan vader enig aandeelhouder is, € 100.000 schenkt terwijl het kind al reeds gebruik heeft gemaakt van de eenmalig verhoogde schenkingsvrijstelling als bedoeld in artikel 33, onderdeel 5 of 6, van de SW 1956.