De Kennisgroep verzekeringsproducten en assurantiebelasting heeft de vraag beantwoord of gebruik kan worden gemaakt van het overgangsrecht dat is opgenomen in de artikelen 10a.1 (overbruggingslijfrente) en 10a.12 (tijdelijke oudedagslijfrente) van de Wet inkomstenbelasting 2001 nadat het kapitaal van een Pre-Brede Herwaarderingslijfrente is overgedragen naar een lijfrenterekening.
De rekeninghouder van een lijfrenterekening of houder van een beleggingsrecht als bedoeld in artikel 3.126a van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) komt met de uitvoerder van zijn lijfrenteproduct overeen het tegoed van zijn rekening, dan wel de waarde van zijn recht, aan hem uit te keren in termijnen als bedoeld in artikel 3.126a, vierde lid, aanhef en onderdeel a, Wet IB 2001.
Naast de verzekeringsvariant is er ook de bancaire variant voor lijfrentesparen. De Belastingdienst heeft een toelichting gegeven op de vraag welke kosten van een lijfrenterekening afgeboekt mogen worden.
De kosten van beleggingsdiensten van de uitvoerder van de LR/B mogen ten laste van dat geldsaldo worden gebracht.
De consument heeft op advies van de tussenpersoon twee garantieverzekeringen afgesloten bij C. Hij is van oordeel dat de tussenpersoon in de aanloop naar het faillissement van C. contact met hem had moeten opnemen om te bezien of maatregelen moesten worden getroffen om de belangen van de consument veilig te stellen.
Met de voorgenomen wijziging van de Beleidsregel Reikwijdte en Uitvoering Depositogarantiestelsel geeft DNB nadere duidelijkheid richting banken en depositohouders over de reikwijdte van de bescherming door het depositogarantiestelsel en hoe wordt omgegaan met een aantal gevallen dat zich kan voordoen tijdens een uitkeringssituatie.
Hebt u een brief ontvangen over de afkoop van uw lijfrenteverzekering 2016? En hebt u niet in 2016, maar eerder een lijfrente afgekocht? Dan hebt u voor 2016 een jaaropgave van uw bank gekregen waarin staat dat de afkoop niet is belast. Mogelijk hebt u onze brief (van Belastingdienst) onterecht ontvangen. Dit meldt de Belastingdienst.
De aanpassing in artikel 22, tweede lid, onderdeel g, van het UBIB 2001 houdt verband met de opname per 1 januari 2017 van beleggingsondernemingen in de zin van de Wft als toegelaten aanbieders van lijfrenteproducten in artikel 3.126a van de Wet IB 2001.
In dat kader wordt het begrip “lijfrentespaarrekening” vervangen door de term “lijfrenterekening”. Onder dit laatste begrip wordt zowel een lijfrentespaarrekening als een lijfrentebeleggingsrekening begrepen.
Dit besluit wijzigt het besluit over de lijfrenten en periodieke uitkeringen van 13 juni 2012, nr. BLKB2012/283M. De wijziging voorziet in een goedkeuring vooruitlopend op wetgeving.
De zes grootste verzekeraars hebben ten opzichte van 2013 de informatieverstrekking aan consumenten over expirerende lijfrentes verbeterd, zo blijkt uit nieuw onderzoek van de Autoriteit Financiële Markten (AFM).
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank.