De rechtszaak handelde over een werknemer die door zijn werkgever plotseling van onbepaalde tijd naar bepaalde tijd in dienst wordt genomen. De werknemer meende echter voor onbepaalde tijd in dienst te zijn omdat dat zo stond op de werkgeversverklaringen voor het aanvragen van een hypotheek.

De rechter oordeelde echter dat werkgeversverklaringen, zeker de verklaringen voor een hypotheek, niet hetzelfde zijn als een arbeidscontract. De werknemer kan daar dus geen rechten aan ontlenen. Bovendien waren de werkgeversverklaringen ingevuld door een administratief medewerker, zonder medeweten van de directie.

Bron: zibb, 31-12-2007