Een deel van de financieel dienstverleners voldoet niet aan de minimale vergunningseisen. Dit gaat ten koste van de beheerste en integere bedrijfsvoering en kan het belang van klanten schaden. Dit constateert de Autoriteit Financiële Markten (AFM) op basis van diverse toezichtonderzoeken en de Marktmonitor adviseurs en bemiddelaars (MMAB).
Het besluit verplicht beursvennootschappen (met uitzondering van micro-vennootschappen), alle andere grote vennootschappen, beursgenoteerde banken of verzekeringsmaatschappijen ongeacht hun rechtsvorm (met uitzondering van beursgenoteerde micro-banken en dito verzekeringsmaatschappijen) en grote niet-beursgenoteerde banken en verzekeringsmaatschappijen tot het opstellen van een duurzaamheidsrapportering.
De regels voor het werken met werknemers en zelfstandigen worden verduidelijkt. Hierdoor weten werkenden en werkgevenden sneller of een klus door een zelfstandige gedaan mag worden of door een werknemer.
Dit wetsvoorstel maakt deel uit van de in beginsel jaarlijkse wijzigingscyclus van wet- en regelgeving op het terrein van de financiële markten. In deze cyclus worden kleinere onderwerpen opgenomen die geen separaat voorstel rechtvaardigen.
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) publiceerde de Leidraad duurzaamheidsclaims. Met deze leidraad geeft de AFM handvatten aan financiële ondernemingen en pensioenuitvoerders voor het doen van correcte, duidelijke en niet-misleidende duurzaamheidsclaims.
Dit is een verzamelbesluit op het gebied van de financiële markten. Het besluit bevat onderwerpen die te klein zijn voor een apart besluit. De belangrijkste onderwerpen van dit besluit zijn:
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) had met zijn besluit van 30 juli 2019 aan Stichting Bureau Krediet Registratie (BKR) een boete opgelegd van € 830.000 vanwege twee overtredingen van de AVG.
Bij de beoordeling van klachten is het gebruikelijk dat Kifid inhoudelijk nagaat of er sprake is van oneerlijke bedingen (voorwaarden). Deze ambtshalve toetsing wordt nu uitgebreid naar aanleiding van het Occidental-arrest van het Europese Hof van Justitie.
De Kennisgroep aanmerkelijk belang heeft de vraag beantwoord of voor een erfgenaam voor bepaalde schulden, ontstaan door of vanwege een verkrijging krachtens erfrecht, het maximumbedrag van € 700.000 van artikel 4.14a, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 verhoogd kan worden, zonder dat bij deze erfgenaam sprake is van een fictief regulier voordeel in de zin van artikel 4.14a van de Wet inkomstenbelasting 2001.
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank.