Ten opzichte van 2018 bleef het totaal aantal consumenten met een betalingsprobleem* op geregistreerde kredieten in 2019 nagenoeg gelijk. Hiervan is ruim 14% onder de 30 jaar. Het absolute aantal jongeren onder de 30 jaar met betalingsproblemen (98.890) is nog relatief laag, maar de betalingsproblemen onder jongeren tot 24 jaar zijn de afgelopen vijf jaar wel met bijna 70% gestegen.
Dit blijkt uit de eerste cijfers van de Schulden Monitor van Stichting BKR, die in juli wordt gepubliceerd.
Oud-studenten die in 2012 zijn begonnen met aflossen hebben na zeven jaar 36% van hun studieschuld terugbetaald. Dat komt vrijwel overeen met de verwachting van het CPB in 2014. Ook degenen die tussen 2013 en 2018 gingen aflossen, liggen op schema. Of dit zo blijft, hangt af van de ontwikkelingen in de inkomens en de rente. Dit blijkt uit de publicatie ‘Terugbetalen studieleningen’ van het Centraal Planbureau (CPB).
Hoe jonger de generatie studenten, hoe groter de gemiddelde studieschuld is. Zo hebben studenten die in 2000 zijn geboren op hun 18e jaar gemiddeld 2,7 duizend euro studieschuld opgebouwd. Voor de generatie met geboortejaar 1994 was dat op 18-jarige leeftijd gemiddeld 1,5 duizend euro. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.
In de eerste helft van 2019 heeft 6,2% van de consumenten een betalingsachterstand op hun krediet. Dit is gelijk aan het percentage over 2018. In absolute aantallen steeg het aantal mensen met een betalingsachterstand de afgelopen 6 maanden met ruim 5.000 naar ca. 675.000. Ook steeg het totaal aantal mensen met een geregistreerd krediet. In totaal zijn er nu meer dan 10,9 miljoen mensen met een geregistreerd krediet. Dit blijkt uit de Kredietbarometer van Stichting BKR.
Het totale vermogen van alle huishoudens samen bedroeg 1.260 miljard euro in 2017, opgebouwd uit 2.083 miljard euro aan bezittingen en 823 miljard aan schulden. Prijsstijgingen en -dalingen van woningen hebben grote invloed op het vermogen van huishoudens.
Bijna 6 op de 10 huishoudens hadden een eigen woning. De eigen woning vormde met 58 procent van de bezittingen het grootste vermogensbestanddeel. Daarna volgen bank- en spaartegoeden (14 procent) en aanmerkelijk belang in vennootschappen (9 procent). De hypotheekschuld is met 86 procent de grootste schuldenpost. Studieschulden zijn goed voor 2 procent van de schulden. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.
Met ingang van 1 september 2015 is het leenstelsel ingevoerd. Dit heeft gevolgen voor het moment waarop de studieschulden in box 3 kunnen worden aangemerkt als schulden. Voor de studieschulden worden de twee verschillende situaties beschreven.
Minister I. van Engelshoven heeft uitgebreid gereageerd op Kamervragen over de inventarisatie 'Hypotheek en Studieschuld' van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO). Het ISO pleit ten eerste voor een verlaging van de invloed van de studieschuld op de hoogte van de hypotheek.
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank.